de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 14 juni 2010
Smetteloos,levendig, bescheiden en intens
Bach, sonate en partita's voor viool, door Viktoria Mullova. 12/6, Westergasfabriek. A'dam. Zaha Hadid Architects Pavilion.
Viktoria Mullova is een violiste die het onderste uit de kan haalt, maar niet het achterste van haar tong laat zien. In de draagbare concertzaal van architecte Zaha Hadid, die nu staat opgesteld in de gashouder op het Westergasfabrieksterrein, is dat nog duidelijker te zien en te horen dan in een gewone zaal.
De afstand tussen publiek en muzikant is zo klein dat de voorste luisteraars haar bijna kunnen aanraken. Dat maakt het contrast tussen Mullova's afstandelijke, strakke mimiek en haar levendige, warme spel nog groter.
Behalve de hang naar perfectie is er weinig Russisch aan de ranke, rijzige Mullova, die in 1983 als 20-jarige uitweek naar het Westen. Ze doet niet aan vlezig vibrato of snerpende passie, en zeker aan haar Bach-interpretaties zit geen grammetje vet.
Ze heeft haar voordeel gedaan met de inzichten van de historische muziekpraktijk, en speelt Bach sedertdien met een barokstok en op darmsnaren, al is haar instrument voorzien van een moderne schoudersteun.
De klank die ze eruit haalt, is bescheiden maar intens, smetteloos maar levendig, strak maar toch dansant. Dat zijn de paradoxen die je tegenkomt in het spel van een groot muzikant, en opnieuw speciaal als het om Bach gaat.
Haar vibrato is zo gedoseerd dat je het eerder ziet dan hoort. Bij snelle nootjes lijkt de stok soms nauwelijks de snaar te raken. Het is dit soort millimeterwerk dat in de speciaal voor Bachs muziek ontworpen 'zaal', een half open, spiralende, met wit doek bespannen structuur, uitstekend tot zijn recht komt.
Tegelijkertijd heeft de muziek bij vlagen een bijna monumentale retoriek maar ook die wordt bij Mullova nooit schreeuwerig en uit zich eerder in een perspectivische diepte, die het gevolg is van de feilloze controle over de verschillende lagen in de dikwijls illusoire meerstemmigheid van Bachs muziek. In haar perfect opgebouwde programma, dat opende met de eerste van de drie sonates, gevolgd door de derde en de tweede partita, nam die diepgang alleen maar toe, en culmineerde in een ruim tien minuten durende Ciaccona.
Het blijft wonderlijk dat de speelvreugde bij de in zichzelf gekeerde Mullova eigenlijk geheel via de noten tot uiting komt. Zelfs de glimlach waarmee ze het applaus in ontvangst neemt, is terughoudend. Wat dat betreft, zal het boeiend zijn te zien of ze bij het op zigeunermuziek en jazz stoelende programma dat ze vrijdag in het BIM-huis brengt misschien een héél klein beetje uit haar dak gaat.
© Frits van der Waa 2010