Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 22 juli 2010

Nieuwe, verfrissende kijk op Beethoven

Beethoven: vioolsonates. Viktoria Mullova en Kristian Bezuidenhout. Onyx.

Ruim honderd jaar nadat de eerste grammofoonplaten op de markt kwamen, blijkt het toch nog mogelijk een nieuwe, verfrissende kijk op de muziek van Beethoven te presenteren. Een belangrijke factor is natuurlijk dat het in de eerste honderd jaar nadat die muziek geschreven werd juist onmogelijk was om klinkende muziek vast te leggen, zodat musici alleen naar hun tijdgenoten konden luisteren. Hoe Beethoven zijn eigen muziek speelde weten we alleen maar bij benadering.

Maar een tweede factor is de individuele persoonlijkheid van grote musici, die altijd weer hun eigen stempel op de muziek zullen drukken. En als twee van zulke muzikanten een verbond sluiten, kunnen er bijzondere dingen gebeuren. Dat is zeker het geval bij violiste Viktoria Mullova en fortepianist Kristian Bezuidenhout, die sinds enige tijd een duo vormen en hun eerste cd hebben gewijd aan twee van Beethovens vioolsonates.

Hoewel de twee een heel verschillende achtergrond hebben, is hun eendracht wonderbaarlijk. Bij Mullova, die na haar ouderwets-klassieke scholing haar voordeel heeft gedaan met de inzichten uit de historische muziekpraktijk, hoor je nog de Russische bereidheid om – binnen de grenzen van dat nieuwe stijlbesef – tot het uiterste te gaan. Bezuidenhout is wat goedmoediger en verzoenender, maar dat neemt niet weg dat de twee volstrekt gelijkwaardige partners zijn, wat uiteraard ook weer alles te maken heeft met het geringere volume van Bezuidenhouts authentieke Walter-piano uit 1822.

De Derde sonate, waarmee de cd opent, valt al meteen op door een superbe gelaagdheid en dramatiek. In de Sonate nr. 9, de befaamde Kreutzersonate, overtreffen de twee musici zichzelf en elkaar eens te meer in een eindeloos spannende dialoog.

Beethoven: Sonates op. 101, 109-111. Ronald Brautigam. Bis.

Pianist Ronald Brautigam wordt volgend jaar even oud als Beethoven geworden is, en is in de loop der jaren uiterlijk ook steeds meer op de grote componist gaan lijken. Met de achtste aflevering in zijn Beethovenreeks brengt hij een hoeksteen aan in een gigantisch, jaren omvattend platenproject met de integrale klaviermuziek van alle drie de Weense klassieken (maar hij heeft de variaties en het kleinere werk nog voor de boeg).

Het hoeft geen betoog dat deze vier late sonates (de 'Hammerklavier'-sonate, uitgebracht op deel 7, hoort er eigenlijk ook bij) de hoogste eisen stellen aan zijn muzikantenschap. Niettemin is Brautigam er volkomen tegen opgewassen. Het gemak waarmee hij Beethoven te lijf gaat op zijn Graf-kopie, gebouwd door Paul McNulty, geeft de muziek de losheid en de impulsiviteit die Beethovens eigen spel gekenmerkt moet hebben – zonder dat dat ook maar één moment ten koste gaat van de precisie en de geweldige beheersing van agogiek en timbre. En vooral in de laatste twee sonates weet hij over te brengen hoe verbijsterend modern Beethovens muziek is – nog altijd. Er zijn dissonanten en trillers die bijna werken als eigentijdse klankvelden, en fuga's die zichzelf in de overtreffende trap zetten, zodat je de vorm in zijn voegen hoort kraken. Maar Brautigam weet ontregeling en evenwicht op een weergaloze manier met elkaar te verzoenen.


© Frits van der Waa 2010