Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 26 oktober 2010

Machauts oeuvre is van betoverende schoonheid

Le Remède de Fortune, van Guillaume de Machaut, door Marc Mauillon en Pierre Hamon. 24 oktober, Grote Kerk, Enschede. Herh.: Hasselt (26), Utrecht (27), Brussel (29) en Limbricht (31/10).

In de veertiende eeuw leefde een componist die de kwaliteiten van een Mahler, van een Schubert en van een Bach in zich verenigde. Hij heette Guillaume de Machaut, en zijn muziek wordt verbazend weinig uitgevoerd. Dat komt onder andere doordat er verbazend weinig musici zijn die dat goed kunnen.

De Organisatie Oude Muziek heeft voor haar concertserie de zanger Marc Mauillon geëngageerd, die samen met zijn muziekvrienden vorig jaar een prijzenwinnende opname van Machauts Le Remède de Fortune heeft uitgebracht.

De grote verdienste van Mauillon en fluitist Pierre Hamon, die tevens de artistieke regie voert, is dat ze zo'n scherp oor en oog hebben voor de intense verwevenheid van tekst en muziek in Machauts werk. Machaut was zowel dichter als componist, en beoefende beide takken van kunst op het hoogste niveau. In Le Remède de Fortune is dat nog duidelijker dan in zijn overige werk. Het is eigenlijk een heel lang gedicht, waarin de hoofse liefde, het erfgoed van de trouvères, centraal staat, maar tegelijkertijd naar een hoger plan wordt getild. Zeven onderdelen van het gedicht zijn door Machaut van muziek voorzien, en dat zijn ook de stukken die in dit concert worden uitgevoerd.

Dat neemt alles bijeen anderhalf uur in beslag, en is ondanks de minimale middelen adembenemend. Mauillon is aanvankelijk de stuwende kracht. Hij is een bariton die niet bang hoeft te zijn voor tenor- en basregisters en zich, hoewel hij vibratoloos zingt, op het punt van tekstuitdrukking kan meten met grote liedvertolkers. Al helpt het bij deze oud-Franse poëzie wel om het tekstboekje erbij te houden.

Ontzagwekkend is de meer dan een half uur durende tirade tegen de wrede en wispelturige Fortuna, de godin van het toeval. Het is eigenlijk maar één melodie, maar die wordt telkens weer op een andere manier voorgedragen en met vedel, harp en fluiten ingekleurd door de andere musici. Waar andere ensembles voor middeleeuwse muziek esoterische sferen oproepen met pingbelletjes en galmharpjes, is hier geen spoor te bekennen van vals sentiment.

En juist als je je gaat afvragen of de kracht van deze muziek toch niet heel veel te danken heeft aan de manier waarop de musici haar interpreteren, doen ze een stapje terug, en klinkt er – na meer dan een uur – voor het eerst echt polyfone muziek, waarin de expressie schuilt in de ritmisch geraffineerde manier waarop de elkaar omstrengelende melodielijnen samensmelten en botsen. En het kan nog kaler: op een tweestemmige ballade volgt een puur eenstemmig liedje, slechts begeleid met geklop en geklap – waarna de noten toch weer uitbotten in een streng geconstrueerd rondeel. Machauts muziek mag zevenhonderd jaar oud zijn, zijn woede, zijn innigheid en zijn sublieme kunstenaarschap zijn nog altijd actueel.


© Frits van der Waa 2010