Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 2 november 2010

Imponerende comeback van Janine Jansen

Debussy, Schubert, Messiaen en Ravel, door Janine Jansen en Itamar Golan. 31 oktober, Musis Sacrum, Arnhem. Herh.: Brussel (4/11), Den Haag (5/11).

Meteen is het er weer. Intens spel, vol nuances, en een wendbaarheid die sneller lijkt dan het geluid. Violiste Janine Jansen maakte zondag haar comeback in het Arnhemse Musis Sacrum, na een gedwongen retraite van enkele maanden. Overwerkt, was de diagnose – wat niet zo'n wonder is als je tegen de tweehonderd concerten per jaar geeft.

De ironie van het lot wilde dat het publiciteitsoffensief rond de 32-jarige violiste juist in die periode zijn hoogtepunt bereikte. In september zag niet alleen haar cd Beau Soir het licht, maar ook de documentaire Janine, een op de huid gefilmd muzikantenportret dat zich met de kennis van nu laat bekijken als de kroniek van een aangekondigde burn-out.

Hoe het nu verder moet met de tournee die Jansen en haar begeleider Itamar Golan deze maand zouden maken, is wat ongewis omdat de hele lijst van Jansens website is verwijderd. Maar de voor deze week aangekondigde concerten in Brussel en Den Haag gaan in elk geval door.

Aan muziek die op zulk topniveau wordt beoefend, kun je niet horen of de speler eelt op de ziel erbij heeft, maar Jansens gave om volledig op te gaan in de muziek heeft in elk geval niet geleden onder de rustpauze.

De pijlers van haar programma, Debussy, Messiaen en Ravel, zijn dezelfde als op haar cd. Toegevoegde waarde bood de Sonate in A, op.162 van Schubert, die een ingehouden, intieme uitvoering beleefde waarin zangerigheid de boventoon voerde, in het slotdeel afgewisseld met sierlijke buitelpartijen.

Even ongekunsteld, maar tegelijkertijd elektriserend klonk Debussy's Sonate, waarin het duo de muziek totaal plooibaar maakte en Jansen elke toon van voortdurend leven vervulde, ook de allerlangste. Golan betoonde zich hier een opvallend zachtvingerig pianist, maar greep in Messiaens Thème et variations menigmaal beduidend forser in de toetsen. In de slotvariatie lieten Jansen en hij horen hoe je de spanning hoog kunt laten oplopen door in een bijna eindeloos decrescendo steeds zachter te gaan spelen.

Het vernuft van Maurice Ravel zorgde voor een schitterende bekroning, met achtereenvolgens speeldoosjesmuziek, koket spel met bitonale jazz, en een perpetuum mobile van nootjes die zo rap zijn dat je ze niet meer afzonderlijk hoort, maar alleen nog als een iriserende schittering. Om nu te zeggen dat Janine Jansen als herboren uit haar werkonderbreking is gekomen gaat wat ver – louter visueel sprak er uit haar optreden meer ernst dan plezier –, maar haar communicatieve vermogens zijn nog even indrukwekkend als vanouds.


© Frits van der Waa 2010