de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 23 december 2010
Welluidende hommage aan Bach
Nordic Sounds: music of Sven-David Sandström. Swedish Radio Choir olv Peter Dijkstra. Channel Classics.
Er zijn veel goede koren in Zweden, en daarom wordt er ook veel koormuziek gecomponeerd. In dat genre is de in 1942 geboren Sven-David Sandström de koploper. Zijn omvangrijke oeuvre omvat tientallen koorcomposities, veelal met een religieuze strekking.
Het Zweeds Radiokoor heeft onder leiding van de Nederlander Peter Dijkstra een dwarsdoorsnede van Sandströms koormuziek op cd gezet. De hoekstenen van de plaat worden gevormd door Lobet den Herrn en Singet dem Herrn, twee van de zes stukken die Sandström in 2003 componeerde op dezelfde teksten die Bach in zijn befaamde motetten gebruikte. Je kunt horen dat hij zich hier flink op heeft uitgesloofd. Het in twee helften verdeelde koor alterneert en schuift over elkaar heen, jubileert in sonore akkoorden, en bouwt hier en daar een fugatische passage op, als hommage aan de oude Bach. Hoewel Sandström zijn samenklanken kruidt met menig onverwachte noot of dwarse harmonie, is het geheel vloeiend en welluidend.
Dat geldt ook voor de overige vijf composities, al werken de massiviteit van de gestapelde koorklanken die Sandström bij voortduring ontketent een zekere afmatting in de hand Maar de cd maakt wel erg benieuwd naar die andere vier Bach-hommages.
Giel Vleggaar: Orchestral Works. Radio Kamer Filharmonie en Ralph van Raat, piano, olv Otto Tausk en Pascal Rophé. Etcetera.
De beuk erin dat is de meest adequate samenvatting van de muziek van de in 1974 geboren componist Giel Vleggaar. Weliswaar zijn er momenten waarop het tempo wat ontspannener wordt, maar de doorgaande puls is toch wel een belangrijk ingrediënt van zijn vocabulaire. De drie werken het spetterende, dissonantzoekende pianoconcert, het veel kalmere, op Dowland geïnspireerde Ayre of Solace en het bijna parodistische Dead as Disco vormen een mooi drieluik. De zware bezetting, met veel slagwerk en laag koper, maakt de muziek wel een tikje log. Vooral het discostuk vraagt om een scherpe timing die je eerder aantreft bij het Metropole Orkest dan bij de Radio Kamer Filharmonie.
Marko Ciciliani: Jeanne of the Dark. Bakin Zub. Ahornfelder.
Op het snijvlak van pop en hedendaags klassiek kan het hard toegaan. De in 1970 in Kroatië geboren componist Marko Ciciliani gebruikt in zijn suite Jeanne of the Dark een viermansbezetting die nog het meest wegheeft van een popgroep en ook zo klinkt, al wordt er niet gezongen. Dit is hardcore-muziek, hoe je het ook wendt of keert, en dus zeker niet ieders meug. Maar toch zit tussen het ruige geknauw, de schrikdraadakkoorden en de keiharde montages menige zoete klank verscholen, en het geheel is onmiskenbaar straf geregisseerd. Er zijn reminiscenties aan Beefheart, Fripp, Zappa en het meest elektronische Beatlenummer Tomorrow never knows, maar als dat al uitgangspunten zijn geweest voor Ciciliani heeft hij ze op een heel eigen manier verwerkt.
© Frits van der Waa 2010