de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 14 februari 2011
Moesorgski klinkt door in nieuwe Russische compositie
Voronov, Moesorgski, Tarnopolski door het Asko/Schönberg ensemble o.l.v. Reinbert de Leeuw. 10 februari, Concertgebouw, Amsterdam.
De dood is vrouwelijk in het Russisch, vertelde Poesjkin-vertaler Hans Boland voorafgaand aan het concert van het Asko/Schönberg ensemble. Kijk, zo leer je nog eens wat. Dan komt het eerste lied van Moesorgski's Liederen en dansen van de dood opeens in een ander licht te staan. De dood neemt daarin een stervend kind over van de moeder en wiegt het 'in slaap'.
Moesorgski's cyclus mocht natuurlijk niet ontbreken in het Rusland Festival van het Concertgebouw. Intussen werd de vrouwelijke dood, die in alle vier onderdelen sprekend wordt opgevoerd, wel weer gezongen door een man.
De gegroefde bas Robert Holl liet in zijn adembenemende vertolking horen hoe angstaanjagend, grimmig, ongenadig en ja, zelfs hoe verleidelijk de dood kan zijn. Die aspecten werden fel onderstreept door de instrumentale uitwerking van Alexander Raskatov, waarin klankkleuren beurtelings vlijmen en bekoren.
Deze versie van Moesorgski's indringende werk, die vijf jaar geleden al eens klonk in het Holland Festival, werd omlijst door twee nieuwe composities van Russische bodem. Die bodem moet overigens niet te letterlijk worden genomen, want veel Russische componisten hebben de wijk genomen naar West-Europa.
Zo ook Valeri Voronov, de auteur van Aus dem Stillen Raume.... Niet alleen de titel van zijn werk, met die suggestieve puntjes, maar ook de hele toonmijdende klankwereld ervan wijst erop dat hij veel heeft opgepikt in Duitsland, waar hij al jaren woont. Een paar polyfone klankvelden bieden verlichting, maar het stuk komt eigenlijk niet los uit het geritsel, geweeklaag en tandengeknars waarmee het begint.
Vladimir Tarnopolski is nog altijd woonachtig in Moskou, maar deed de inspiratie voor zijn Eastanbul op in Turkije, waar hij werd overrompeld door het geroep van de muezzins. De muzikale neerslag is minstens zo overrompelend: een oorverdovend spervuur van verzenuwd staccato-gehamer en loeiende hoorns gaat geleidelijk over in een mildere procesmuziek, waarin fascinerende klankmixturen langs elkaar schuiven als beierende klokken, die Moesorgski's Grote Poort van Kiev in gedachten roepen. Een korte terugkeer naar het hysterische geloei en een geleidelijk decrescendo besluiten deze compositie, die etiketten als Russisch of kosmopolitisch overstijgt en gewoon kan worden aangemerkt als grote muziek.
© Frits van der Waa 2011