Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 4 april 2011

Bachs Johannes als ingetogen passiespel

Stadsschouwburg, Enschede. Johannes Passie, van J.S. Bach, door de Nationale Reisopera o.l.v. Raphaël Pichon en Dale Duesing. 2/4. Tournee t/m 23/4. reisopera.nl

Aan opera's over bijbelse onderwerpen is geen gebrek. Maar het verhaal van Jezus Christus is tot op de dag van vandaag te sacrosanct om op de planken te brengen – wat vreemd is, als je bedenkt hoe veel verfilmingen ervan gemaakt zijn, door uiteenlopende makers als Pasolini, Mel Gibson en Monty Python.

In de muziek moeten we het beeld er vanouds zelf bij verzinnen, al kunnen we daarbij bouwen op de mooiste oratoria die ooit geschreven zijn, de Matthaeus- en de Johannespassie van Bach. Voor de kerk geschreven muziek, die zweemt naar opera, maar toch het verhaal in een gestileerde, niet realistische vorm aanbiedt.

Bij wijze van uitzondering heeft de Nederlandse Reisopera besloten Bachs Johannes in een theatraal jasje te steken. Regisseur Dale Duesing, zelf begonnen als zanger, heeft het oorspronkelijke karakter van het werk loffelijk genoeg niet uit het oog verloren. Zijn enscenering is sober, op het minimale af. Het decor is een bibliotheek of een tweedehandsboekenwinkel, en verwijst daarmee naar het belang van de schriftelijke overlevering, een essentieel aspect van het evangelie. De mensen op het podium lijken weggelopen uit het leven van alledag. Jezus draagt een gewoon overhemd, de topambtenaar Pontius Pilatus een driedelig pak. Er worden geen oren afgehouwen of oorvijgen verkocht, en Jezus hoeft alleen maar naast een van de drie lange, uit de nok neergedaalde palen te gaan staan om duidelijk te maken dat hij gekruisigd is.

Het is er niet minder aangrijpend om. Juist deze vorm, die van een ingetogen passiespel, benadrukt hoe universeel de boodschap van dit verhaal is, maar voegt toch die paar accenten toe die de voorstelling tillen boven een concertuitvoering. Belangrijk is bijvoorbeeld de rol van de rouwende Maria, vertolkt door sopraan Hanneke de Wit, die ook nadat ze is uitgezongen tot in de laatste minuut deelneemt aan de handeling. De aardbeving, waarbij overal boeken uit de kasten vallen, lijkt verrassend actueel, maar is een vast onderdeel van het bijna tweeduizend jaar oude verhaal.

De muziek komt er wat minder goed uit, al was het alleen maar doordat een schouwburg nu eenmaal niet de akoestiek van een concertzaal heeft. Desondanks zijn de klanken die dirigent Raphaël Pichon de Holland Baroque Society ontlokt bij wijlen erg broos en wat amechtig. Ook Christus (Quirijn de Lang ) leek bij de première niet al te best bij stem. Daarentegen is Pilatus (Benjamin Bevan) een rots in de branding, de evangelist (Robert Burt) een wonder van expressiviteit, met zijn vermogen om borst- en kopstem tot de subtielste nuances te mengen, en levert het koor van de Reisopera rijk geschakeerde bijdragen, zowel in de bespiegelende koralen als in de opgewonden massataferelen. Als het aan het slot het woord tot God richt in een gebed om een zachte dood, in de hoop op wederopstanding, slaat het de brug tussen het aardse en het geestelijke leven die de essentie is van dit tijdloze muziekstuk.


© Frits van der Waa 2011