Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 18 april 2011

Alphabet of death raadselachtig en fascinerend

MacMillan, Raskatov en Terterian, door de Radio Kamer Filharmonie en Groot Omroepkoor o.l.v. Brad Lubman, Radio 4: 26/4, 20.00 uur.

Rusland heeft een traditie van buitengewoon serieus absurdisme die ver teruggaat in de geschiedenis, minstens tot het werk van Gogol, en die altijd springlevend is gebleven, ondanks of waarschijnlijk zelfs dankzij het repressieve karakter van de diverse regimes. Het werk van de componist Alexander Raskatov (1953) sluit daar naadloos bij aan. Voor zijn jongste compositie, Alphabet of death, koos hij een zevental teksten van de dichter Velimir Chlebnikov, die een eeuw geleden een van de voormannen van de Russische avant-garde was.

Het stuk, dat Raskatov schreef in opdracht van de NTR, ging vrijdag in première bij de Radio Kamer Filharmonie, met de in alle opzichten imposante bas Nikolaj Didenko in de hoofdrol. In twintig minuten liet het gezelschap horen dat de Russische muziek er weer een raadselachtig, maar fascinerend meesterwerk bij heeft.

Didenko oreerde en fleemde in alle registers, in voortdurende wisselwerking met het orkest, dat door de componist van vrijwel alle hoge instrumenten ontdaan was en vooral lage, grommende mixturen en dissonanten produceerde, waaruit desondanks een groot klankbesef en onverbiddelijke logica sprak. Slagwerk, klavecimbel en een enkele hoge blazer zorgden voor helder, dan wel bitterzoete accenten.

De dood is niet veraf in deze zeven liederen van wisselende lengte, maar de muzikale gedaante die hij aanneemt is uitgesproken levenslustig. Bijvoorbeeld in het vijfde lied, Hondenopstand, waarin elke regel wordt gevolgd door een huilend Wau! Wau! Wau! – wellicht een subtiele referentie aan Raskatovs opera A Dog's Heart, die vorig jaar met groot succes werd opgevoerd in het Holland Festival.

Het sterke stuk was helaas ingebed in een programma dat het gehalte van het melige motto rust z8 niet eens wist te halen. In zijn Nunc dimittis trekt de even religieuze als bombastische componist James MacMillan meer musici en mastodontisch geweld uit de kast dan de lengte van slechts acht minuten rechtvaardigt.

En de Armeen Avet Terterian, wiens langdurige Symfonie nr.6 het concert domineerde, is weer eens zo'n componist van het type dat meent dat lange, statische klanken getuigen van grote diepzinnigheid. Om te zien wat dat in werkelijkheid teweegbrengt, hoefde je alleen maar de vele knikkebollende hoofden bij het aanwezige publiek te tellen.


© Frits van der Waa 2011