de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 25 mei 2011
Opperste melancholie
Lekeu: L'oeuvre pour quatuor à cordes. Quatuor Debussy. Timpani
Een stomme voedselvergiftiging beroofde de wereld op 21 januari 1894 van wat een fantastisch componistenoeuvre had kunnen worden. Tussen zijn 15de en 24ste schreef het Belgische natuurtalent Guillaume Lekeu tientallen muziekstukken, die je eigenlijk nooit hoort. Ten onrechte, als we af mogen gaan op zijn muziek voor strijkkwartet, die door het Quatuor Debussy op de plaat is gezet: vier werken, die allemaal stammen uit zijn achttiende levensjaar.
Het openingsstuk, het Molto adagio, zou op geen enkel klassiek strijkkwartetprogramma misstaan. Het begin doet onverbiddelijk denken aan Schuberts Der Tod und das Mädchen, het polyfone vervolg aan de meest bezonken kwartetmuziek van Beethoven en, vreemd genoeg, ook een beetje aan het werk van de mystieke minimalist Arvo Pärt. Geweldige muziek, waarin geen noot te veel staat en die blijk geeft van een fijn afgestemd oor voor dit muzikale medium. Het zesdelige Strijkkwartet heeft dezelfde kwaliteiten, al is het wel een beetje losbladig, en zit er één deeltje in waarin de strijkers op het randje van hun kunnen opereren. Méditation laat weer datgene horen waarin Lekeu uitblonk: opperste melancholie.
Poulenc: Concerto pour deux pianos e.a. Anima Eterna o.l.v. Jos van Immerseel. ZigZag
Sommige componisten hebben de gave om het simpelste deuntje in iets magisch te veranderen. Francis Poulenc was bij uitstek zo'n componist. Jos van Immerseel en zijn orkest Anima Eterna brengen met hun registratie van het Concert voor twee piano's, het Concert champètre en de Suite Française een sprankelende hommage aan Poulenc, die over twee jaar alweer een halve eeuw in zijn graf ligt. Dat het historisch geïnformeerde gezelschap daarbij twee parallelsnarige Erard-vleugels gebruikt, spreekt vanzelf.
Dogmatisch is men overigens niet, want het Pleyel-klavecimbel waarvoor Poulenc het neoklassieke Concert champètre gedacht heeft, werd niet draagkrachtig bevonden en vervangen door een hedendaagse kopie van een instrument uit 1749. Als er ter wille van de balans toch met de authenticiteit gesjoemeld mag worden, had een vleugje elektrische versterking het resultaat eerlijk gezegd misschien nog wel beter gemaakt. Maar dat is natuurlijk vloeken in de kerk.
J.F. Meister: Il giardino del piacere. Musica Antiqua Köln. Berlin Classics
Op deze cd met radio-opnamen uit 2004 musiceert Musica Antiqua Köln als het ware over het graf heen. In 2006 hing aanvoerder Reinhard Goebel zijn strijkstok definitief aan de wilgen na een jarenlange strijd met focale dystonie in zijn handen. Hij leerde zelfs linkshandig spelen.
Van die problemen is niets te horen op deze zwanenzang-cd: zes sonates van de onbekende barokcomponist Johann Friedrich Meister, die zijn achternaam eer aandoet in hecht geconstrueerde muziek, die toch zo veel ritmische, structurele en melodische onvoorspelbaarheden bevat dat de aandacht niet de kans krijgt te verslappen.
© Frits van der Waa 2011