Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 30 mei 2011

Muzikaal spijkerschrift

Oestvolskaja Festival. Muziekgebouw, Amsterdam, 27-29/5.

Bij het beluisteren van muziek van Galina Oestvolskaja dringt de vergelijking zich op met de suprematistische schilderijen van Kazimir Malevitsj: schilderijen met slechts een zwart vierkant, of – een betere analogie – twee rechthoekige balken die samen een kruis vormen. Het is kunst die met tot het uiterste gereduceerde middelen een mededeling van een maximale intensiteit wil overbrengen.

'Er is geen land ter wereld waar haar werk zich zo vast in het muziekbewustzijn heeft genesteld', zegt Elmer Schönberger vrijdag, bij het eerste concert van het aan Oestvolskaja's muziek gewijde festival. Hij doelt daarmee niet op Rusland, maar op Nederland en schenkt niet al te veel aandacht aan de rol die hij daar in 1989 zelf bij speelde als ontdekker ven de in St.Petersburg levende kluizenarescomponiste. Feit is dat Oestvolskaja's oeuvre vooral dankzij dirigent/pianist Reinbert de Leeuw nadien een stevige triomftocht gemaakt heeft, die de componiste er zelfs toe bracht haar isolement te verbreken. De laatste jaren van haar leven (ze overleed in 2006, 87 jaar oud) stapte ze bij tijd en wijle zomaar het podium op.

'De vrouw met de hamer' was het epitheton dat Schönberger voor haar uitvond. Bij dit opvallend goed bezochte festival, waar een substantieel deel van haar werken tot klinken komt, blijkt dat meer dan ooit te kloppen, vijfenveertig jaar lang, van haar eerste 'officiële' compositie, een Pianoconcert uit 1946, tot haar in 1990 geschreven Vijfde Symfonie. In dat laatste stuk deelt de slagwerker gigantische klappen uit op een grote houten kist. Zelfs in een in 'sociaalrealistisch' idioom gevat symfonisch gedicht zijn nog sporen van haar kenmerkende muzikale spijkerschrift aanwijsbaar. Dat curieuze stuk werd vrijdag uitgevoerd door het Noord-Nederlands Orkest, dat vervolgens zichzelf oversteeg met een elektriserende lezing van het hecht geconstrueerde pianoconcert.

De combinatie met de Michelangelo-Suite van Oestvolskaja's leermeester Sjostakovitsj bleek zinvol omdat die daarin een citaat uit het Trio van zijn leerlinge heeft verwerkt. Dat Trio klonk zaterdag, in combinatie met Sjostakovitsj' Vijfde strijkkwartet, waarin hetzelfde thema opduikt. Het prangende werk doet naar verhouding aan als geruststellende, welluidende muziek.

Het leeuwendeel van de uitvoeringen komt voor rekening van Asko/Schönberg. In snijdende vertolkingen leggen de musici het traject bloot dat Oestvolskaja aflegde: van tamelijk strikt noot-tegen-noot-contrapunt vol canons en behendig botsende lijnen, naar stukken die zijn opgebouwd uit onverbiddelijk dreunende clusterklanken, dikwijls in extreme registers, opgetrokken een obsessief, uit een handvol noten bestaand kernmotief. Hoogtepunt is wel de Symfonie nr.2 - 'Ware, eeuwige zaligheid!', waarin de schroeiende klanken van twintig blazers, een slagwerker en een pianist (een meekreunende De Leeuw) worden afgewisseld door een recitant die in grauwend, theatraal Russisch het motto van het werk debiteert.

Voor de laatste twee 'symfonieën' van Oestvolskaja is maar een handjevol musici nodig en lang duren ze ook niet. Maar de bijtende, onopgesmukte noten schuren even indringend langs elkaar heen. Lapidaire, rituele muziek, gecomponeerd in een cultureel en politiek klimaat dat al ruim twintig jaar tot het verleden behoort. De urgentie is er niet minder om.


© Frits van der Waa 2011