Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 10 oktober 2011

Onderdompeling in Saariaho's universum

Saariaho Festival. Concerten door het New European Ensemble, Residentie Orkest e.a. 7 en 8 oktober, Koninklijk Conservatorium en Korzo, Den Haag.

Den Haag kent van tijd tot tijd een opborreling van nieuwe muziek, die Dag in de Branding heet. Ditmaal is het evenement in samenwerking met het Koninklijk Conservatorium uitgebouwd tot een heus festival. *) De hoofdpersoon daarvan was de Finse componiste Kaija Saariaho (1952), die al in de jaren tachtig naar voren kwam als een opmerkelijk talent met een scherp oor voor klankkleur en een speciale belangstelling voor de verruimende mogelijkheden van de moderne elektronica.

Inmiddels telt Saariaho's oeuvrelijst zo'n honderd werken, waarvan er in het driedaagse festival een kleine twintig tot klinken kwamen. Omdat in het programma iedere chronologische aanduiding ontbrak, was het niet eenvoudig om iets van een evolutie te ontdekken in het werk van Saariaho, maar deze onderdompeling in haar universum maakte duidelijk dat ze een veelzijdig kunstenares is – met een even onmiskenbare hang naar eenzijdigheid.

Haar stukken reiken van het intieme fluitstuk NoaNoa tot het over de rand lopende orkestwerk Orion, van scherp gedoseerde muzikale epigrammen als Six Japanese Gardens tot verkenningen van knars en hars, zoals in het cello-octet Neiges. De uitvoeringen van het nog jonge New European Ensemble, dat een belangrijk aandeel in het festival had, waren exemplarisch, maar ook de verschillende conservatorium-ensembles en -solisten opereerden op hoog niveau.

Saariaho beheerst haar metier. Indrukwekkend is de manier waarop ze in Grammaire des rêves twee zingende en sprekende vrouwenstemmen met een handvol instrumenten vervlecht tot een caleidoscopische polyfonie. Het nog jonge New European Ensemble opereert op hoog niveau. Haar aandacht voor kleur leidt haar naar boventoonrijke instrumenten als fluit, harp en percussie, die ze buitengewone effecten ontlokt. Haar harmonieën gaan de perken van toonsoorten verre te buiten, maar gonzen en vibreren dat het een aard heeft.

Wat al die werken van Saariaho gemeen hebben is de geconcentreerde blik, het diepgaand onderzoeken, ja zelfs uitbenen van de muzikale gegevens. Dat is mooi en prijzenswaardig, maar heeft ook iets navelstaarderigs. Het kan vele minuten duren voordat er iets spannends gebeurt – wat dan teleurstellend genoeg ook het slot van het stuk blijkt te zijn.

Zo komt het dan ook dat haar kamermuzikale werken met een minimum aan materiaal sterker overtuigen dan haar grote architecturen, waarin harmonische plateaus worden opgevuld met tinten en bespiegelingen. Een uitzondering daarop vormt het fluitconcert L'aile du songe, dat een prima vertolking beleefde onder handen van fluitiste Martine van der Loo en het Residentie Orkest. De ritmes zijn helder en het stuk heeft een open en speels karakter. In dat opzicht werd het echter nog overtroffen door de flankerende werken van Martijn Padding en Diderik Wagenaar. Dat was ook te danken aan dirigent Franck Ollu, die het orkest een grote precisie afdwong, maar in Saariaho's Orion niet kon beletten dat de aanhoudende sensualiteit omsloeg in saaiheid. Het razende slotdeel bracht soelaas, maar was gewoontegetrouw in een vloek en een zucht voorbij.


*) Dit is niet geheel juist: het festival was een initiatief van het New European Ensemble, waaraan ook het conservatorium en de Dag in de Branding hebben meegewerkt.
© Frits van der Waa 2011