Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 12 oktober 2011

Meesterzanger naast vakvrouw

Liszt, Mahler en Sibelius door het Fins Radio Symfonie Orkest o.l.v. Sakari Oramo. 10 oktober, Concertgebouw, Amsterdam.

Mahler volgens Gerhaher, beloofden de aanplakbiljetten. Dat pakte toch een klein beetje anders uit, door toedoen van een verkoudheidsvirus dat zich genesteld had op de stembanden van de Duitse bariton Christian Gerhaher. Voor drie van de negen liederen uit Mahlers Des Knaben Wunderhorn fungeerde de Finse sopraan Lilli Paasikivi nu als stand-in. Die was blijkbaar meegevlogen met het Fins Radio Symfonie Orkest, dat in de Amsterdamse grote zaal nogal wat lege stoelen tegenover zich vond.

De 42-jarige Gerhaher, die beschouwd wordt als een van de topzangers van zijn generatie, versaagde niet en bracht zijn zestal liederen met een zekerheid en een expressie die deden vermoeden dat hij de overige drie ook best aan had gekund. Hoewel Paasikivi als zangeres zeker thuishoort op een podium als dat van het Concertgebouw, werd toch meteen het verschil hoorbaar tussen de vakvrouw en de meesterzanger. Bij Gerhaher, met zijn buigzame stem en zijn onopgesmukte toon, was elk woord verstaanbaar, terwijl de tekst bij Paasikivi gedeeltelijk bleef steken in een wollig vibrato. Ze had met Das irdische Leben en Urlicht wel een paar pareltjes uit Mahler liederencollectie toebedeeld gekregen. Gerhahers aandeel bevatte veel tamboers, schildwachten en andere militaire thema's, maar ook een paar lustige liederen waarin hij zijn vocaal acteertalent kon demonstreren.

Het Finse radio-orkest en zijn chef Sakari Oramo voorzagen zowel in de ultraromantische als de ironische aspecten van Mahlers werk. Oramo, die ook nog een vaste betrekking heeft als chefdirigent van het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Stockholm, verlaat met ingang van volgend seizoen het orkest waar hij begon als concertmeester en waar hij tien jaar voor gestaan heeft.

Als appetizer bij dit optreden fungeerde Liszts symfonisch gedicht Orpheus, dat niet ten onrechte weinig wordt uitgevoerd. En natuurlijk hadden de Finnen een symfonie van hun grote landgenoot Sibelius meegenomen. Diens Vijfde is een naar verhouding toegankelijk werk, dat zelfs uitmondt in onvervalste meedeinmuziek.

Hoewel de allersubtielste pianissimopassages af en toe deden denken aan muggenzwermen, leverden de wijdarms zwaaiende Oramo en zijn troepen een respectabele vertolking, waarin ook de zonderling wrange momenten die kenmerkend zijn voor Sibelius vakkundig waren ingebed.


© Frits van der Waa 2011