Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 19 november 2011

Bosmans was te min

Wie ooit het Concertgebouw heeft bezocht, weet dat de wanden en de balkons van de Grote en de Kleine Zaal getooid zijn met componistennamen. Aan de lettertypes is te zien dat ze in verschillende tijden zijn aangebracht. Maar de vraag wanneer dat gebeurd is, wie er nu precies zijn opgenomen in de 'eregalerij' en om welke redenen stelt bijna niemand zich.

Paul Witteman wel. Reeds als tienjarig concertbezoekertje constateerde hij dat zijn oom, de befaamde componist Hendrik Andriessen, in het rijtje ontbrak. En dat terwijl de Nederlandse componisten relatief goed vertegenwoordigd zijn in het panopticum – niet alleen met Sweelinck en Johan Wagenaar, maar ook met nu vergeten namen, zoals Johannes Wanning en Cornelis Dopper.

Vijfenvijftig jaar later schreef Witteman een boekje over dit intrigerende onderwerp. Het bevat vele wetenswaardigheden. Bijvoorbeeld dat het tot 1954 heeft geduurd voor het 46 namen tellende componistenbestand zijn huidige gedaante kreeg (Pijper, Stravinsky en Dvorák waren de laatst toegevoegden), dat Henriëtte Bosmans als vrouwelijke componist te min werd bevonden, en dat Mahler, Mendelssohn en Rubinstein er in de oorlogsjaren maar net aan zijn ontsnapt om weggeverfd te worden. En dat er nog twee plaatsen open zijn, die wel nooit meer ingevuld zullen worden.

Een beknopte geschiedschrijving van het Concertgebouw, veertien korte biografieën van het Nederlandse smaldeel en een cd met een handvol muziekwerken maken het werkje compleet.

Door ook Andriessens Kuhnau-Variaties in de selectie op te nemen bewijst Witteman zijn oom alsnog de gepaste eer – ware het niet dat juist die oude opname van het Residentie Orkest eruit springt door opgekrikte strijkers en een bizarre galm. Een restauratiefoutje waarschijnlijk.

Paul Witteman: De namen uit de Grote Zaal. Balans; 64 pagina's + cd; € 9,95. ISBN 978 94 6003 310 0.


© Frits van der Waa 2011