de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 7 december 2011
Contrasten worden stijlbreuken
Tehillim: Psalms between Judaism and Christianity. Nederlands Kamerkoor o.l.v. Klaas Stok. Globe.
De psalmen horen tot de alleroudste liedteksten die we kennen, en daarmee valt dus een mooie rode draad door de muziekgeschiedenis te trekken. Het Nederlands Kamerkoor doet dat op zijn nieuwste cd, en slaat meteen een brug tussen de joodse en de christelijke traditie. Sweelinck en Mendelssohn staan hier naast Schönberg, Rossi en minder bekende goden als Sim Gokkes en Tzvi Avni. Het koor is vooral in het oudere repertoire een lust voor het oor, maar de contrasten die het in de concertzaal goed doen, werken op een cd eerder als stijlbreuken. Vooral aan de chazan-stijl van solist Gilad Nezer is het telkens weer even wennen.
Stimme der Sehnsucht: Pfitzner, Strauss en Mahler. Christianne Stotijn en Joseph Breinl. Onyx
Mezzo Christianne Stotijn legt zich vooral toe toe op muziek van rond de vorige eeuwwisseling: hyperverzadigde romantiek, waarin je als interpreet het uiterste aan expressie mag ontwringen.
Op haar jongste cd doet ze dat met meer overgave dan ooit. In Pfitzners lied Stimme der Sehnsucht, tevens de titel van de cd, duikt ze meteen in het Sprechgesang. Aan kleur en uitdrukkingskracht schort het ook haar Mahler- en Strauss-vertolkingen niet, maar toch beklijft de indruk dat ze in haar zoektocht naar het onderste uit de kan verder gaat dan comfortabel is voor haar stem.
Verdi: Les Vêpres siciliennes, door De Nederlandse Opera. o.l.v. Christof Loy en Paolo Carignani. Opus Arte (2 dvd's).
Verdi schreef zijn opera Les Vêpres siciliennes speciaal voor de Parijse Opéra, maar in dit verhaal komen de Fransen, die in de 13de eeuw Sicilië overheersten, er niet genadig af. Het zijn wrede onderdrukkers die moorden en verkrachten. Regisseur Christof Loy deed daar in de enscenering die hij vorig jaar voor De Nederlandse Opera maakte nog een schepje bovenop, door de vrouwen op hun knieën door glasscherven te laten kruipen.
De plot van de opera loopt vooruit op die van Star Wars: de verzetsheld Henri hier gezongen door tenor Burkhard Fritz ontdekt dat de schurkachtige tiran (Alejandro Marco Buhrmester) zijn eigen vader is. De glansrol van gravin Hélène is weggelegd voor de Nederlandse sopraan Barbara Haveman, die zowel vocaal als mimisch ontroert, wat trouwens ook geldt voor haar uiterlijk veel minder knappe tegenspeler Fritz.
Het was een meesterzet van Loy om de balletten in Franse opera's een verplicht onderdeel vorm te geven als verdroomde flashbacks van de hoofdpersonen. Met die lichte toets biedt hij tegenwicht aan alle wrangheid.
Bovendien haalt hij op het moment dat de opera een happy end lijkt te krijgen hetzelfde decor van stal, zodat je als toeschouwer meteen weet dat er een akelig addertje onder het gras zit.
© Frits van der Waa 2011