Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 19 december 2011

Collectief houdt vreugde om kerstkind overeind

Bach: Weihnachts-Oratorium, door het Nederlands Kamerkoor en het Combattimento Consort o.l.v. Jan Willem de Vriend. Herh: Amsterdam (20), Arnhem (23) en Leiden (24/12).

In Naarden, het epicentrum van het vaderlandse Bachgevoel, sloegen vrijdag twee vooraanstaande ensembles de handen ineen voor de eerste in een reeks uitvoeringen van Bachs Weihnachts-Oratorium.

Het Combattimento Consort levert het instrumentale aandeel, het Nederlands Kamerkoor het vocale, inclusief de solopartijen. Zelfs de directie van de concerten wordt gedeeld: bij de laatste twee optredens neemt Klaas Stok (NKK) het over van Combattimentoman Jan Willem de Vriend. De enige externe kracht is tenor Thomas Michael Allen, wiens biografie dan ook prompt was vergeten in het programmaboekje. Met zijn stralende, tot in het counter-register reikende stem verleende deze Amerikaanse zanger de rol van de Evangelist een bijzondere glans.

Werkelijk stralen wilde het niet steeds, al zorgde De Vriend als altijd voor een energieke vertolking met een opgewekte toets. Het besluit om de solisten te rekruteren uit het koor mag dan ingegeven zijn door het moderne inzicht dat Bach het ook deed, het is ook een kwestie van de tering naar de nering zetten.

Gezien het huidige barre kunstklimaat is het niet zo'n gek idee om op die manier te besparen op het inhuren van dure zangers. Het nadeel is dat de vocalisten van het NKK eersterangs koorzangers zijn, maar als solist over beperkte vermogens beschikken, die bovendien bij de oudere garde ook nog aan een zekere krimp onderhevig zijn.

Het leidt tot vele adequaat, maar zelden overrompelend vertolkte aria's. Lichtpuntjes zijn afkomstig van Jasper Schweppe, die bij de hier beschreven uitvoering alle baspartijen voor zijn rekening nam, en vooral van alt Dorien Lievers, die met haar warme, maar onopgesmukte geluid in de slaapliedjesaria Schlafe, mein Liebster de oren doet spitsen.

Hoewel het Weihnachts-Oratorium niet de lengte en evenmin de zwaarte heeft van een Matthäus Passion, is het toch een hele kluif, zowel voor de toehoorder als voor de musici. Tijdens Bachs leven heeft het uit zes cantates bestaande stuk nooit aaneengesloten geklonken, maar alleen in feuilletonvorm.

Dankzij de kracht van het collectief – de pronte blazers en de uitgebalanceerde strijkers van het Combattimento Consort, in combinatie met de iets ingetogener, maar prachtig homogene klank van het koor – bleef de vreugde om de geboorte van de Heiland overeind.

En zo wisten de aanwezigen zich bij het slotkoraal zich opnieuw verzekerd dat de dood, de duivel, de zonde en de hel dankzij het kerstkindje voorlopig weer op afstand gehouden zullen zijn.


© Frits van der Waa 2011