de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 10 januari 2012
Schönbergers muzikale raamvertellingen
Het Grote Luisteren: een dag met Elmer Schönberger m.m.v. Nieuw Amsterdams Peil en Marcel Beekman. 8 januari, De Doelen, Rotterdam.
In zijn boek Het Gebroken Oor besteedt Elmer Schönberger ruim 25 bladzijden aan wat hij 'Het Grote Luisteren' noemt een 'paradijselijke staat van ontvankelijkheid' die zo onbenoembaar is dat hij er enkele handenvol typeringen van geeft. 'Het Grote Luisteren is uiteindelijk zélf muziek worden', is daarvan de mooiste en natuurlijk ook de meest metafysische.
Schönberger, die zich de afgelopen veertig jaar onder meer heeft gemanifesteerd als muziekcriticus, programmeur en componist, mocht dit thema zondag in concertzaal De Doelen in klinkende vorm uitdiepen. Het programma had de gedaante van een driedelige minimarathon, waarin het ensemble Nieuw Amsterdams Peil naast Schönberger-favorieten ook muziek van diens eigen hand uitvoerde.
Twee van de drie onderdelen hadden de vorm van een muzikale raamvertelling, waarin de samenstellende werken werden verbonden door deeltjes uit één meerdelig werk eerst door klarinetsolo's uit Schönbergers Monsterkoffer, vervolgens door de Six Melodies van John Cage. De eerste twee blokken boden inderdaad een intensief hoorcollege, waarin Stravinsky's Pastorale de luisteraar met zachte hand meetroonde naar steviger kost als Oestvolskaja's Trio voor viool, klarinet en piano en extatische afsluitingen, waaronder het Klavecimbelconcert van De Falla, en twee Ariël-liederen uit Chaussons La tempète, in een luisterrijke bewerking van de Grote Luisteraar.
De musici belichtten het componistenpantheon met exemplarische uitvoeringen.
De eigen noten van de hoofdpersoon hielden zich in deze omgeving aanvankelijk goed staande. Vooral Schrap voor viool en piano, dat hij tien jaar terug componeerde, boeide door de consequentie waarmee een beperkt uitgangsgegeven steeds verder wordt ontwikkeld en uitgediept.
In veel van Schönbergers werk speelt tekst een belangrijke rol, wat niet verwonderlijk is voor iemand die ook de taal beroepsmatig beoefent. Zijn fascinatie voor het werk van de Italiaanse schrijver Dino Buzzatti komt tot uiting in L'Ombra, een bescheiden werk waarin een klarinet en een strijkkwartet gesproken teksten begeleiden met pendelende harmonieën, en in La fuga del tempo, dat hier eveneens zijn première beleefde. Deze solocantate is met zijn lengte van drie kwartier een veel ambitieuzer werk.
Ondanks de indringende vertolking van tenor Marcel Beekman en de plezierig sobere aankleding van Violette Baudet deed deze muzikale vertelling, over een leven dat heengaat met wachten op het leven, toch te zeer aan als een bundeling van in de loop der jaren opgetaste ideeën dit in tegenstelling tot het monolithische maar eveneens nogal wijdlopige Et je reverrai cette ville átrange van Claude Vivier. Waaruit blijkt dat je het Grote Luisteren ook te groot aan kunt pakken.
© Frits van der Waa 2012