Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 28 maart 2012

Gehypertrofieerde harmonie

Schönberg: Pelleas und Melisande. Gustav Mahler Jugendorchester o.l.v. Pierre Boulez. DG.

We kennen Pelléas et Mélisande vooral als opera van Debussy, maar Arnold Schönberg was evenzeer gegrepen door het toneelstuk van Maeterlinck. Hij verwerkte de stof in 1903 tot een 'symfonisch gedicht' van 40 minuten. Hoewel het verhaal er niet makkelijk uit terug te horen is, klinken zowel de sfeer van doem en noodlot als de geheimnisvolle dromerigheid van het drama erin door, naast de neiging de gehypertrofieerde harmonie van de laatromantiek nog wat verder op de spits te drijven. Dat Pierre Boulez en het Gustav Mahler Jugendorchester het ambitieuze werk vooraf laten gaan door het voorspel uit Wagners Tristan, waarmee die ontwikkeling begon, is logisch.

Boulez balt de samenstellende delen van het gezelschap bij wijlen samen tot een vuist van klank, en spaart tegelijkertijd zijn krachten voor een paar ontzagwekkend aanzwellende orkestspurts. De opname is nogal direct, op het ruige af.

Horn Trios: Brahms, Aho, Ligeti. Neunecker, Weithaas, Avenhaus. Bis.

György Ligeti keerde zich in 1982 met zijn Hoorntrio af van het avantgardisme en zocht nieuwe wegen door in deze 'hommage à Brahms' terug te grijpen op de traditie, die hij – omdat hij nu eenmaal Ligeti was – toch weer flink op zijn kop zette.

De koppeling met Brahms' Hoorntrio uit 1865, eveneens voor hoorn, viool en piano, is vrijwel onontkoombaar. Marie-Louise Neunecker, Antje Weithaas en Silke Avenhaus weten even goed raad met de weidse romantiek van Brahms als met de ritmische eigenaardigheden en zoekende slierten in Ligeti's werk. Solo X van de Fin Kalevi Aho geeft Neunecker tussendoor de kans om te schitteren in een welluidende dialoog met zichzelf.

Rubens Quartet: Desprez, Mozart, Roukens. RQ.

Als jong strijkkwartet is het niet genoeg om exemplarische uitvoeringen van het klassieke kwartetrepertoire te geven, want dat doen alle anderen ook al. Het Rubens Kwartet (half Nederlands, kwart Amerikaans en kwart Israëlisch) stort zich op zijn eerste cd in muziek die reikt van de 16de tot en met de 21ste eeuw, en doet dat met een volstrekte overgave.

Toch is de toetssteen natuurlijk zo'n klassiek stuk, het 'Dissonantenkwartet', KV465, van Mozart. De vier strijkers geven het werk een frisse klank met een groot dynamisch perspectief – jeugdig, maar toch volkomen volwassen. In And David sang, een bewerkt motet van Josquin Desprez, laten ze horen dat ze hun oren en hun spel ook gescherpt hebben aan de serene klankwereld van de renaissancemuziek – al put Joey Roukens in zijn bewerking vrijelijk uit de vele klankeffecten de het strijkkwartet hem te bieden heeft.

Ook in zijn eigen Earnest and Game laat Roukens (30) horen dat hij veel affiniteit met dit medium heeft. Hij schuwt de krasse tegenstelling niet, en vooral in het omvangrijke lange deel paart hij contemplatieve klanken vol heimwee naar vroeger aan een onderstroom vol energie, die halverwege ook naar de oppervlakte welt.


© Frits van der Waa 2012