Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 12 mei 2012

Sokolov koppelt enorme reikwijdte aan hoogstpersoonlijke signatuur

Rameau, Mozart en Brahms, door Grigori Sokolov. 10 mei, de Doelen, Rotterdam. Herhaling: Amsterdam (13/5), Eindhoven (15/5).

Onder pianisten heeft Onze Lieve Heer beduidend meer vreemde kostgangers dan onder het gewone volk, maar een van de wonderlijkste onder hen is wel de Rus Grigori Sokolov. Tijdens zijn hele optreden vertrekt hij geen spier. Het podium blijft aldoor in halfschemer gehuld. Hij komt op en maakt een buiginkje, speelt en maakt een buiginkje, waarna hij rustig wegwandelt. Zijn spel, hoewel al evenzeer onderworpen aan strenge discipline, heeft intussen een vaak adembenemende reikwijdte en een hoogstpersoonlijke signatuur, al getuigt het tegelijkertijd van opperste dienstbaarheid aan de muziek.

De 62-jarige pianist is bezig aan een tourneetje door Nederland, dat hem nog naar Amsterdam en Eindhoven voert, waar hij hetzelfde programma speelt dat hij donderdag in Rotterdam voor een matig gevulde Doelenzaal ten gehore bracht.

Sokolovs spel is een unieke mengeling van classicistische klaarte en romantische expressie. Zijn repertoirekeus sluit daar volmaakt op aan. Zijn recital opent met een Suite in D van Rameau, eigenlijk klavecimbelmuziek. Sokolov weet met een rinkelend toucher de klankkleur van dat instrument knap te imiteren, maar houdt er in de langzame delen een rubato op na dat zo vrij is dat de frasen en versieringen soms in het luchtledige lijken te hangen. Een vrijwel constante factor in zijn spel is het benadrukken van de melodie in combinatie met een uiterst terughoudende, bijna gevoileerde klankgeving van de bassen. De muziek krijgt daardoor een stralende lichtheid.

Door die benadering is in Mozarts Sonate KV310 opeens goed te horen dat de afstand tot Rameau niet eens zo groot is. De melodische contouren in het langzame deel krijgen onder Sokolovs handen een bijzondere sensitiviteit. Maar toch was dit het minst overtuigende onderdeel van een niettemin bijzondere avond; het haalde het althans niet bij de visionaire vertolking van Brahms' Händel-variaties, waarin Sokolov vlijmscherp streelde, sprankelend hamerde en zelfs op de grilligste momenten ultieme controle handhaafde. De combinatie van analyse en muzikale expressie in de afsluitende fuga was al even karakteristiek: Brahms zonder boenwas. Sokolov deed er vijf toegiften bij voor het dankbare publiek – nog altijd even afgemeten, maar zeer bereidwillig.


© Frits van der Waa 2012