de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 21 juni 2012
Breitner met inwisselbaar klankdecor
De Rode Kimono, van Micha Hamel en Jos van Kan. 18 juni, Muziekgebouw. Amsterdam.
Raakvlakken tussen beeldende kunst en muziek zijn schaars. Een van de bekendste voorbeelden is Moesorgski's Schilderijententoonstelling, maar het werk van Viktor Hartmann, waarop het gebaseerd is, is van meet af aan overvleugeld door de muziek.
Componist Micha Hamel en regisseur Jos van Kan besloten daar verandering in te brengen. In hun voorstelling De Rode Kimono, maandag en dinsdag te zien in het Muziekgebouw, staat het kijken centraal. Bijzonder is dat het uitgangspunt, het schilderij De Rode Kimono van George Breitner, echt op het podium staat met dank aan het Stedelijk Museum. Het is omringd door grote kratten en één daarvan dient als projectiescherm. Verder is er een danser, Michael Schumacher, terwijl het zeskoppige Hexagon Ensemble de muziek uitvoert.
Vijf kwartier naar een schilderij kijken is aan de lange kant, al hebben de makers van de voorstelling er vast veel langer op zitten studeren. In de voorstelling onderwerpen ze De Rode Kimono aan close-reading: in nauwkeurig afgewogen sequenties worden alle elementen van het schilderij onder de loep genomen, uitgelicht en vaak extreem vergroot, zodat er niet meer overblijft dan abstracte penseelstreken of de voren die de craquelures daarin hebben getrokken.
Ter afwisseling zijn er live gefilmde close-upbeelden van een perzisch tapijtje en de kisten op het podium, die zo zijn gekozen dat er sprake is van kleur- en beeldrijm. De danser fungeert vooral als visuele leidsman. Zo is er een mooi moment waarop hij op het doek toeloopt terwijl de camera inzoomt op een detail - twee bewegingen die elkaar versterken.
Hamels compositie bestaat uit een reeks karakterstukjes die in twee types uiteenvallen: ietwat stravinskiaanse, neoklassieke muziek voor vier blazers, en veel romantischer, soms lichtelijk gezwollen stukken voor piano en wagnertuba. De verdienste van de muziek is dat ze de beelden onderstreept zonder ze daadwerkelijk te volgen, al zijn er momenten waarin drukke camerabewegingen worden benadrukt met haastige toonladders.
Het is een niet erg bevredigend experiment. Want de excellent uitgevoerde muziek is door haar onnadrukkelijkheid inwisselbaar: met andere muziek had de voorstelling amper anders gewerkt. En als je zo lang met je neus op elke porie van Breitners doek bent gedrukt, is de mogelijkheid om het schilderij na afloop zelf op het podium van dichtbij te bekijken vooral een bevrijdende ervaring.
© Frits van der Waa 2012