de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 13 juli 2012
Janácek als voorloper van Mahler
Mozart, Dvorák en Janácek door de Radio Kamer Filharmonie o.l.v. Andrew Manze. 11 juli, Concertgebouw, Amsterdam.
Soms lijken de onderdelen van een concertprogramma lukraak bij elkaar gezet en zie je pas in tweede instantie wat ze bindt. Zo kon je je bij het optreden van de Radio Kamer Filharmonie in de Robeco Zomerconcerten afvragen wat Mozart, Janácek en Dvorák met elkaar gemeen hebben. Het antwoord luidt: Praag. De hoofdstad van Tsjechië ligt immers niet veel verder van Wenen dan Brussel van Amsterdam, dus ook voor Mozart was dat geen enorme reis. De muzikale afstand tussen zijn muziek en die van de twee Tsjechen was feitelijk groter, maar het leverde toch een evenwichtig programma op.
Het meest verrassende stuk was de zelden gespeelde Suite die Leos Janácek in 1877 scheef. Indringend is vooral het voorlaatste deel, dat met zijn langzame, verweven strijkersmelodieën vooruit lijkt te lopen op het befaamde Adagietto uit de Vijfde Symfonie van Mahler. Andrew Manze, die zich naast zijn activiteiten als violist heeft toegelegd op het dirigeren, maakte er een temperamentvolle uitvoering van, maar op het punt van gelijk spel bracht hij blijkbaar zijn bedoelingen niet altijd goed over op de musici. Ook in Mozarts Don Giovanni-ouverture leidde dat bij wijlen tot een wat zwemmerig klankbeeld.
Preciezer ging hij te werk in Dvoráks Pianoconcert, ook een niet al te courant stuk. De aanstekelijke energie die hij uitstraalt, sloot voortreffelijk aan bij het extraverte spel van pianist Paolo Giacometti, die de vleugel vooral in de hogere regionen een briljant geluid ontlokte, waaraan hij nu en dan een vrij ruimhartig pedaalgebruik toevoegde. Dat stond de bruisende dartelheid die van het stuk uitgaat niet in de weg.
Met Mozarts Symfonie nr. 38 kreeg het optreden een alleszins overtuigende afsluiting. In het middendeel toonde Manze fijngevoeligheid, terwijl hij in de buitendelen een pittig tempo nam en de contrasten scherp aanzette, met een felheid die een enkele maal tegen het hardhandige aan zat, maar de door Mozart listig verknoopte partijen bleven voortreffelijk in balans. Het blijft een bijna paradoxale gewaarwording dat de musici van de Radio Kamer Filharmonie, wier banen ernstig op de tocht staan, nog zulke vreugdevolle muziek kunnen maken.
© Frits van der Waa 2012