Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 19 september 2012

Gilliam virtuoos met parallellen tussen Faust en Nazi-Duitsland

La Damnation de Faust, van Hector Berlioz, door de Vlaamse Opera o.l.v. Terry Gilliam en Dmitri Jurowski. 16 september, Vlaamse Opera Gent. Herh: Gent (19, 21, 23/9). Antwerpen (3, 5, 7, 9, 12, 14/10). vlaamseopera.be.

Operaregisseurs nemen geregeld hun toevlucht tot het middel van de actualisering om een opera uit een te grijs verleden toegankelijk te maken. Soms werkt dat, soms niet. De jongste productie van De Vlaamse Opera, waarin regisseur Terry Gilliam grote delen van Berlioz' La Damnation de Faust transporteert naar het Duitsland van Hitler, kon dan ook met enige bezorgdheid tegemoet worden gezien. Gilliam, in de zeventig inmiddels, mag dan zijn sporen verdiend hebben als animator van Monty Python's Flying Circus en als regisseur van films als Time Bandits, Brazil en Twelve Monkeys, op het gebied van de opera was hij nog een groentje.

De opvoering van de Vlaamse Opera van Gilliams (eerder in Londen vertoonde) Faust vaagt die bezorgdheid in korte tijd totaal weg. Zozeer zelfs dat je je gaat afvragen waarom niemand eerder die frappante parallellen heeft blootgelegd tussen Faust, die bezwijkt voor de listen en lagen van Mefisto, en de Duitse natie, die zwichtte voor het geweld en de demagogie van de nazi's.

Gilliam slaat hiermee niet alleen de spijker op de kop, maar vindt ook meteen de oplossing voor de problematiek van Berlioz' opera, die weliswaar geniale muziek, maar ook vele dramaturgische zwakheden bevat. De uitwerking daarvan is supervirtuoos zonder te vervallen in oppervlakkigheid, en aangrijpend, maar nooit smakeloos. Tegenover barokke overdaad staan sobere, tot de kern teruggebrachte taferelen.

Zo verandert Gilliam Fausts droomscène in een bezoek aan Bayreuth, waar Wagners Ring in een pantomime van amper twee minuten de revue passeert. De brooddronken studenten worden protagonisten van de Duitse lichaamscultuur. En Marguerite, ten onrechte ter dood veroordeeld, wordt een joodse vrouw (Gilliam heeft hier wel een beetje gemorreld aan de tekst).

Zonder de kwaliteiten van de Italiaanse bariton Michele Pertusi (een even krachtige als sinistere Mefistofeles), de Zwitserse mezzo Maria Riccarda Wesseling (Marguerite) en de Amerikaanse tenor Michael Spyres had Gilliams onderneming niet kunnen slagen. Spyres, als Faust een speelbal van de omstandigheden, oogt en klinkt aanvankelijk als een watje, maar blijkt in de loop van het verhaal vooral vocaal meer facetten te hebben. Het orkest, aangevoerd door zijn vaste dirigent Dmitri Jurowski, heeft in de Gentse Opera de akoestiek niet mee, maar doet toch de brille en de inventiviteit van Berlioz' muziek alle eer aan. Dat dit Duitse verhaal wordt gedragen door klanken met een uitgesproken Frans accent is een van de vele ironische double-entendres in deze voorstelling.

Met in totaal vijfhonderd kostuums, wonderschone decors, videoprojecties en allerlei special effects is dit ongetwijfeld een begrotelijke voorstelling. Maar dat geld is niet verspild, zeker niet als Gilliam als volgende logische stap een verfilming zou maken van deze operavoorstelling – al is het natuurlijk nog spannender om te zien wat hij eventueel met een volgende opera zal gaan uitrichten.


© Frits van der Waa 2012