Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 4 oktober 2012

Verkennen en verdraaien

De bejubelde opera Written on Skin is vanaf zaterdag te zien in Amsterdam. Componist George Benjamin: 'Ik heb een intense hekel aan Sprechgesang.'

Een man zet zijn vrouw een bord met eten voor, laat haar proeven en vertelt dat wat ze eet het hart van haar minnaar is. Dat is heel in het kort waar het om draait in de nieuwe opera van de Engelse componist George Benjamin. Als je weet dat het verhaal in de Middeleeuwen speelt lijkt de titel, Written on Skin, nogal prozaïsch; men schreef toen op perkament, en dat is immers gemaakt van dierenvel. Maar als je ziet en hoort hoe Benjamin en zijn librettist Martin Crimp hun personages op de huid zitten wordt duidelijk dat die naam niet zomaar is gekozen.

De nu al bejubelde opera beleefde in juli zijn première in Aix-en-Provence, en is vanaf zaterdag te zien bij de Nederlandse Opera. De componist dirigeert een deel van de opvoeringen in eigen persoon.

'Het is het grootste stuk dat ik tot dusverre heb geschreven', zegt hij. 'De vondst van het oude Occitaanse verhaal hebben we te danken aan Martins oudste dochter. Anders dan bij onze vorige, veel kortere opera, Into the Little Hill, hebben we veel over en weer gepraat – eerst over de thematiek, de structuur, het aantal personages enzovoort. Toen is hij gaan schrijven. Martin heeft er meer dan een jaar over gedaan, hij is een groot perfectionist. En daarna, tijdens het componeren, heb ik steeds ruggespraak met hem gepleegd.'

Martin Crimp is vooral in Engeland een gevierd toneelschrijver. In Nederland speelde de Veenfabriek in 2007 zijn Haar leven, haar doden. Voor Benjamin, die op zijn 52ste al een lange en glansrijke carrière als componist achter zich heeft, was de ontmoeting met Crimp de sleutel die de deur naar de opera voor hem opende: 'Martin is de perfecte librettist voor mij: hij is een dichter, een bijzonder originele theaterman en hij houdt zielsveel van muziek.'

Benjamin en Crimp waakten er wel voor het verhaal zonder meer op het toneel te zetten. Ze presenteren het vanuit een hedendaags perspectief: er zijn drie engelen, die in de coulissen een soort reizangen ten gehore brengen, maar ook het verhaal zelf uitspelen. Dat doen ze verhalend, dus ze zingen zowel directe als indirecte rede. 'Nee, zegt de vrouw', luiden bijvoorbeeld de eerste woorden van de vrouw. Die gestileerde vorm brengt vooral in het begin een zekere distantie teweeg. 'Maar', zegt de componist, 'aan het slot vervaagt het en lost de vertellende laag bijna op in het verhaal.'

Van gesproken tekst of andere declamatievormen is ondanks die gelaagdheid geen sprake. 'Ik heb een intense hekel aan Sprechgesang', aldus Benjamin. 'Ik houd juist heel veel van zingen. Ik vind het mysterieus en sierlijk. En het is moeilijker, want je moet de juiste noten vinden. Ik houd van het orkest, van de harmonieën, maar in een opera staan de woorden en de vocale lijn voorop. Het ritme van het geheel is misschien wel het eerste wat ik bepaal. De dramatische curves. Dingen die gehaast zijn of juist heel uitgerekt. Lagen op elkaar. Stilte. Ik vind dat fascinerend: het is net of je een filmregisseur bent. Je verkent dingen, verdraait ze, ondermijnt ze. Ik schrijf de vocale lijnen en de orkestbegeleiding tegelijk, niet na elkaar. Maar het orkest is een groot deel van de tijd heel terughoudend, want ik wil de tekst goed laten uitkomen zonder dat de zangers zich moeten forceren of een boel vibrato moeten gaan gebruiken.'

Desondanks is de instrumentatie heel kleurrijk. Countertenor Bejun Mehta, die de minnaar vertolkt, wordt bijvoorbeeld begeleid door een viola da gamba en een glasharmonica, die Benjamin waar nodig weer combineert met andere timbres, zoals die van zwaar gestopt koper: 'Maar ik verdubbel de vocale lijn nooit, dat is een credo van me. Zang en instrumenten zijn wezenlijk verschillende dingen. Wel hebben de zangers voortdurend aanknopingspunten. Ze zijn nooit naakt.'

Voor hij met componeren begon, heeft Benjamin alle vocalisten ondervraagd over hun mogelijkheden, hun beperkingen en hun voorliefdes. 'Zo kreeg ik voor elke zanger een handleiding. Dat is ook prettig voor me. De vrijheid is te groot, ik heb behoefte aan beperkingen.'

Een operacomponist is op zijn eigen manier zowel een dramaturg als een psycholoog en dat geldt zeker voor Benjamin. 'Aan het slot heeft de vrouw, Agnès, het zo te kwaad dat ze tien minuten lang bijna niet meer kan zingen. Maar dan, als ze ontdekt dat haar man haar het hart van haar geliefde te eten heeft gegeven, vindt ze de moed om te zeggen dat ze nog nooit zoiets verrukkelijks heeft gegeten, en dat ze de smaak nooit zal vergeten, wat hij ook met haar doet. Dan explodeert ze vocaal. Uiteindelijk is ze sterker dan hij. En als ze dan uit het raam springt wanneer hij met een mes op haar af komt, is dat een daad van ultieme moed. Want in de middeleeuwse wereld gold dat een zelfmoordenaar voor eeuwig was verdoemd. Dus ze gaat totaal in tegen alle morele waarden van haar tijd. Dat is tragisch, maar tegelijkertijd majestueus.'


Written on Skin wordt op 6, 9, 11, 14, 17, 21 en 23/10 opgevoerd in Het Muziektheater in Amsterdam. Zie ook dno.nl.
Vijf operahuizen en festivals

Written on Skin is een internationale coproductie van vijf operahuizen en festivals, tevens opdrachtgevers van deze opera. Een registratie van de eerdere opvoering in Aix-en-Provence is te zien op de website van Arte (liveweb.arte.tv). De rol van Agnès, die in deze versie wordt gezongen door Barbara Hannigan, wordt bij de Nederlandse opvoeringen vertolkt door Ingela Bohlin.


© Frits van der Waa 2012