de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 5 november 2012
De passages in blauw hebben de krant niet gehaald.
Subtiele surprises in Sørensens Serenidad
Horneman, Sørensen, Gade en Sibelius, door de Radio Kamer Filharmonie o.l.v. Michael Schønwandt. 3 november, Concertgebouw, Amsterdam.
In het laatste deel van zijn klarinetconcert Serenidad komt de Deense componist Bent Sørensen (54) met een verrassing. Terwijl klarinettist Martin Fröst verwikkeld is in een solocadens doemen er uit het niets vage echootjes op, die zich verdichten en aanzwellen tot een sereen, klarinetterig klokgelui. Het wonderlijkste is nog dat er geen luidspreker in de buurt van het podium te bekennen is. Sørensen heeft, zo blijkt, een aantal musici voorzien van kleine verdekt opgestelde geluidsspelers met vooraf door Fröst opgenomen partijen.
Het is niet de enige subtiele surprise in het werk, dat in de jongste zaterdagmatinee zijn wereldpremière beleefde. Zo laat de componist de solist in het eerste deel meezingen onder het spelen, wat na de eerste bevreemding eigenlijk reuze lieflijk klinkt. Maar wat telt is natuurlijk het werk als geheel en dat is al even innemend. De manier waarop Sørensen de klarinetklank in strijkerssluiers hult, de klanken omhoog en omlaag laat glijden en daarbij telkens langs bekende welluidende intervallen schampt, fascineert voortdurend. In het tweede deel laat hij Fröst virtuoos kopjeduikelen in een dansante achtergrond van stotterende spiltonen. En het derde deel opent met schurende, naar consonantie zoekende kwarttonen, die uitmonden in die onaardse cadens. Wat vooral treft in Serenidad is de sfeer van ingehoudenheid en concentratie - heel verschillend van het opgelegd pandoer dat in de meeste soloconcerten een partijtje meespeelt.
In de toegift, een klezmerarrangement gemaakt door Frösts broer Goran, ging het juist daarom. De klarinettist en de Radio Kamer Filharmonie leken hun best te doen om sneller dan het geluid te spelen. Fröst won.
Michael Schønwandt, de Deense chef van de Filharmonie, had nog een paar landgenoten meegenomen, zoals de 23-jarige Niels Gade, die in 1840 zijn Efterklange af Ossian het opusnummer 1 meegaf. Het is in harmonisch opzicht nogal beperkte muziek, waarvan toch een weemoedige charme uitgaat. Interessant was de Suite uit Gurre van de hier nagenoeg onbekende Christian Frederik Emil Horneman, vier stukken toneelmuziek die ergens tussen Wagner en Mahler inzitten, maar wel van een bescheidener dimensie zijn.
Met de Derde Symfonie van Jean Sibelius verplaatste het decor zich naar Finland. Het is een eigenzinnig stuk, dat steeds wonderlijke hoekjes omslaat, en waaruit de filmmuziekcomponisten van Lord of the Rings en Soldaat van Oranje kennelijk een graantje hebben meegepikt. Schønwandt bewoog zijn musici tot een grootse, voortdurend stuwende uitvoering.
© Frits van der Waa 2012