de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 27 november 2012
Nevelmaker
Wie Simeon ten Holt zegt, zegt Canto Ostinato. De werkenlijst van de zondag dag op 89-jarige leeftijd overleden componist vermeldt een stuk of veertig composities, maar het is dat ene werk waarin hij zal voortleven.
Zelf zei hij ooit dat het 'uit een nevelvlek ontstaan' was. Tot zijn eigen verrassing werd het een hit. Van de verschillende cd-opnamen die ervan gemaakt zijn, moeten er tienduizenden over de toonbank zijn gegaan, een unicum voor een eigentijdse Nederlandse componist. Met zijn repetitieve, bezwerende en soms onbeschaamd romantische pianoklanken bracht Canto Ostinato de sensualiteit terug in het hedendaagse componeren.
Het werk was voor Ten Holt een wedergeboorte, na een artistieke zoektocht van vele jaren, die al voor de oorlog was begonnen in Bergen, de plaats waar Ten Holt op 23 januari 1923 geboren werd als zoon van een kunstschilder, en waar hij het overgrote deel van zijn leven zou doorbrengen. Hij zat op school met de latere dichter Gerrit Kouwenaar en de latere componist Nico Schuijt, was bevriend met de aanmerkelijk oudere schrijver Adriaan Roland Holst en kreeg zijn eerste muzieklessen van componist Jacob van Domselaer.
Na de oorlog trok hij naar Parijs en Amsterdam, maar keerde toch weer terug naar Bergen, waar hij enige tijd onder uiterst primitieve omstandigheden in een oude bunker werkte en woonde. Hij was vanaf 1967 vele jaren lang betrokken bij de Werkgroep Bergen Hedendaagse Muziek, die in de plaatselijke Ruïnekerk concerten organiseerde.
De uitvoeringsmogelijkheden waren beperkt, waardoor Ten Holt zich vooral richtte op pianomuziek. Hij ontwikkelde een eigen compositieleer, de 'diagonaaltechniek', die hij in de jaren zestig verliet om zich te verdiepen in het serialisme. Een vrucht uit deze periode was A/.ta-lon, voor mezzosopraan en 36 spelende en sprekende instrumentalisten, dat ontstond in 1961, maar pas in 1977 werd uitgevoerd. Ten Holt bezag de werken uit die tijd later kritisch: 'Het schemadictaat is een speeltje voor de bètamens en een noodbrug voor een gebrek aan creativiteit en dichterschap', schreef hij, op de voor hem kenmerkende plechtstatige toon.
In de jaren zeventig hield hij zich aan het Utrechtse Instituut voor Sonologie enige jaren bezig met elektronische muziek. Vanaf 1976 begon hij te werken aan een compositie met als werktitel Perpetuum, die hij later omdoopte tot Canto Ostinato. Het stuk was gedacht voor één tot vier toetsinstrumenten, bestond uit repeterende cellen met een wankelende vijf-achtstemaat en was helemaal gedacht vanuit de sonoriteit van de pianoklank en de traditionele harmonieleer. Bijzonder was dat de uitvoerenden zelf een belangrijke inbreng hadden, zowel waar het ging om het aantal herhalingen als om het kiezen uit de in de partituur aangeboden extra lagen, accenten en varianten. 'Het is sociale muziek', aldus pianist Kees Wieringa, die het werk vaak gespeeld heeft. 'Dat is het geheim van Canto Ostinato. Er zit helemaal geen vernieuwing in. Maar op een of andere manier heeft het de wereld op zijn kop gezet.'
Na de eerste uitvoering op 25 april 1979 in Bergen begon Canto Ostinato langzaam rond te zingen in het muziekcircuit, dat door de introductie van de minimal music ontvankelijk was voor dit soort 'verstaanbare' muziek met een bewustzijnsverruimende lengte. Er volgden marathonuitvoeringen op grote podia als Muziekcentrum Vredenburg en het Concertgebouw.
Ten Holt schreef in de volgende twee decennia nog een aantal werken waarin, zoals hij het formuleerde, het herstel van de 'tonaliteit na de dood van de tonaliteit' centraal stond, met titels als Soloduiveldans, Horizon en Lemniscaat. Een uitvoering uit 1983 van dit laatste werk nam 30 uur in beslag. Ze konden echter de zegetocht van Canto niet evenaren. Hoe ingrijpend dit stuk kon zijn voor het leven van sommige luisteraars was in 2011 nog te zien in de documentaire Over Canto van Ramon Gieling.
En dinsdag 22 januari 2013 staat Canto Ostinato centraal in het Amsterdamse Concertgebouw. Die al enige tijd uitverkochte avond was bedoeld als viering van Ten Holts 90ste verjaardag, een leeftijd die hij twee dagen later zou bereiken.
Ten Holt componeerde vanaf 2000 niet meer. 'Wat ik te zeggen had, was gezegd', schreef hij in het slotwoord van zijn memoires, die in 2009 verschenen onder de titel Het woud en de citadel.
© Frits van der Waa 2012