de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 10 december 2012
De heldere kijk van Guus Janssen
Dag in de Branding: werk van Guus Janssen, John Adams e.a. door het Mondriaan Kwartet, Nieuw Amsterdams Peil e.a. 8 december, diverse locaties, Den Haag.
Guus Janssen zal niet gauw met zijn hoofd in de wolken gaan lopen. De 61-jarige componist, die zaterdag de Johan Wagenaar Prijs kreeg voor zijn hele oeuvre, vertelde dat hij de manier van declameren in een van zijn liederen had gemodelleerd naar de figuur van de dienstbode Saartje uit de tv-serie Swiebertje. Zo iemand is Janssen: onbevangen, scherpzinnig, met een open oor en oog voor al wat de spijker op de kop slaat, waar het ook vandaan komt.
Dat was te horen tijdens de Dag in de Branding, waarbij Janssen uitgebreid in het zonnetje werd gezet. De Johan Wagenaar Prijs, gefinancierd door de gemeente Den Haag, is de meest prestigieuze componistenprijs die ons land telt. Hij wordt slechts eens in de vier jaar toegekend, als bekroning van een heel oeuvre. Er is een geldbedrag van 15 duizend euro aan verbonden.
Janssens heldere kijk kwam meteen al tot uiting in het middagprogramma, waarin hij samen met het Mondriaan Kwartet een ode bracht aan de naamgever van het ensemble. In het vorig jaar gecomponeerde Blue, Yellow and Red Notes combineert hij een deels geïmproviseerde pianopartij met uiteengerafelde jazz- en boogieklanken in de strijkers, en stuurt tegelijkertijd met zijn linkerhand via een keyboard de beelden op het videoscherm, een tastende verkenning van Mondriaans Victory Boogie Woogie.
Nog fascinerender was de uitvoering die het Mondriaan Kwartet gaf van het broze, glasharmonica-achtige Streepjes, een werk dat uit 1980 stamt, maar nog niets van zijn frisheid verloren heeft. Stukken van Webern, Termos en Van Domselaer maakten het palet compleet.
Tussen de bedrijven door leverden de pianisten Gerard Bouwhuis en Cees van Zeeland een explosieve vertolking van John Adams' Hallelujah Junction, gevolgd door de al gauw veel voorspelbaardere verrichtingen op prepared piano van de Duitse muzikant Hauschka.
Na een fraaie uitvoering van de surrealistische concertopera Faust's Licht (1994) met Antje Lohse in de hoofdrol, liet Janssen horen dat hij ook nu nog verrassend uit de hoek kan komen. In zijn spitse bewerking van een Rondo van Carl Philipp Emanuel Bach, uitgevoerd door Nieuw Amsterdams Peil, maakt hij met subtiele instrumentatie- en timingsaccenten hoorbaar hoe hevig deze Bachzoon van de hak op de tak kon springen. In zijn Stormen en dringen, waarin C.Ph.E. nog steeds een partijtje meespeelt, legt hij die eigenschappen onder een muzikaal vergrootglas. De pauzes zijn meevergroot, waardoor het stuk een haperende indruk achterlaat.
Haperen is overigens een typisch jansseniaanse eigenschap, die ook meespeelt in de negendelige liedcyclus Enkele volzinnen, op teksten van de aan De Stijl gerelateerde dichter/schoenlapper Evert Rinsema.
Die aforistische 'volzinnen' waren helaas niet meegeleverd en door de vaak hoge liggingen die Janssen sopraan Lenneke Ruiten heeft toebedacht spijtig genoeg nauwelijks verstaanbaar. Ruiten en haar echtgenoot, Janssens broer Thom, leverden niettemin een puntgave première van dit al drie jaar geleden gecomponeerde werk. In de negen muzikale puntdichten worden declamatie en melismen afgewisseld, soms gesteund door wankelritmen en zwerf-akkoorden in de piano, die dan weer uitwaaieren tot de ijle tonen van een serene sterrenmuziek.
Voor zover Saartje hier nog accenten in heeft achtergelaten, werd ze door Ruitens stralende zang volledig gesublimeerd.
© Frits van der Waa 2012