de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 2 februari 2013
Geen venijnig gekef, maar milde en innige tonen
Tribute to Mario Lanza, door Joseph Calleja en het Orquesta Sinfónica de Navarra, 31 januari. Concertgebouw, Amsterdam.
Een enkele maal overkomt het je dat de klank van een stem voldoende is om je te doen smelten. Zo'n gevoel maakte zich blijkbaar meester van het publiek in de Amsterdamse Grote Zaal, zodra tenor Joseph Calleja de aria Cielo e mar uit Pionchielli's La Gioconda inzette. De Maltese zanger heeft absoluut een gouden strot. Zijn tenorstem is verhoudingsgewijs diep van klank wat wel klopt met zijn forse gestalte en kenmerkt zich door een snel, maar licht vibrato en een intensiteit die opvallend moeiteloos tot stand lijkt te komen. Het was alsof iedereen zijn adem even inhield en er waren meer van die momenten tijdens dit concert.
Calleja was negen jaar geleden bij de Nederlandse Opera te zien en te horen in Rigoletto, daarna niet meer. Dit was zijn debuut in het Concertgebouw. Wat hij zong was geput uit het repertoire van zijn voorganger Mario Lanza, zijn grote inspiratiebron. Het was dus een klassiek getint programma, met bekende aria's van Bizet, Puccini, Verdi, Massenet. Het door Calleja meegenomen Orquesta Sinfónica de Navarra zorgde ook voor aangename verrassingen, onder meer met zijn opmerkelijk poezelige strijkersklank en hechte samenspel. Niet alleen tijdens Calleja's aria's, maar ook in instrumentale intermezzo's leverde dirigent Frédéric Chaslin de benodigde theatrale toets.
Calleja's grootste troef, die hij uitspeelde in La fleur que tu m'avais jetée uit Carmen, is een volstrekt beheerst decrescendo, dat hij doorzet in een schitterend weke, maar toch innige toon. Aan venijnig gekef doet hij niet. Zijn aanzetten zijn mild, zijn timbre over het hele spectrum ongebroken. Calleja, die gezien zijn leeftijd nog verder kan groeien, had niet meer nodig dan acht aria's en drie toegiften, waaronder Lanza's grootste hit, het musicalachtige Be my love van Nicholas Brodszky, om het publiek in extase te brengen en te laten horen dat hij een van de grote tenoren van deze eeuw belooft te worden.
© Frits van der Waa 2013