de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 11 februari 2013
Dissonanten priemen rechtstreeks in de ziel
Werk van Pergolesi, Leo, Ferrandini en Traetta, door Les Talens Lyriques o.l.v. Christophe Rousset. 9 februari, Concertgebouw, Amsterdam.
Veel tranen, maar ook veel troost, dat is het beproefde recept achter de Mariaverering, die het katholieke geloof ooit voorzag van het koesterendemoedergevoel. Zaterdag diepten Christophe Rousset en zijn ensemble Les Talens Lyriques dit gegeven muzikaal uit in het matineeconcert, aan de hand van vier laatbarokke composities.
We kennen Rousset en zijn barokorkest van eerdere optredens in de Matinee, maar ook van verscheidene begeleidingen bij de Nederlandse Opera. In dit geval was de omvang van het orkest heel bescheiden: een handjevol strijkers en Rousset zelf, die wijdbeens achter een op een orgeltje gezet klavecimbel stond, zodat hij pijlsnel van instrument kon wisselen.
De sterkste troef van het programma speelde Trousset meteen aan het begin uit. Pergolesi's solocantate Salve Regina stamt uit de zelfde tijd als zijn beroemde Stabat Mater en bevat veel smartelijke dissonanten, die dankzij het hemelse serafijnengeluid van sopraan Maria Espada rechtstreeks in de ziel priemden. Zangeres en strijkers zorgden met hun slanke geluid voor een soort mimicry, zodat soms nauwelijks hoorbaar was waar het een ophield en het andere begon.
Mezzo Ann Hallenberg gaf in Il pianto di Maria van Giovanni Battista Ferrandini een heel ander, opera-achtig klanktype ten beste. In het stuk wisselen dramatische recitatieven en aria's elkaar af. Die aria's zijn aanvankelijk ingetogenen plechtstatig, maar dat is allemaal voorbereiding op de heftige aardbeving die tegen het slot losbreekt. De acht zangers tellende equipe demonstreerde in het betrekkelijk archaïsche, slechts door bas en orgel begeleide Judica me van Leonardo Leo hoe uit een verscheidenheid aan stemmen toch een fraaie eenheid kan opbloeien.
In het slotstuk, een Stabat Mater van Tommaso Traetta, kregen de meeste zangers gelegenheid, zij het kort, zich solistisch te laten horen. Hoe bondig de ariaatjes ook zijn, het is grappig om te horen hoe de stijl van Mozart zich hier al aankondigt. Maar verder is het negendelige werk niet al te opmerkelijk. Het is niet alles goud wat er blinkt, maar evengoed is het mooi meegenomen dat Rousset nog zo veel fraais uit de marges van de muziekgeschiedenis aan de vergetelheid heeft ontrukt.
© Frits van der Waa 2013