Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 19 augustus 2013

Kleinschalige Bohème met zangers van formaat

La Bohème, van Puccini, door Nieuw Nederlands Operafront, o.l.v. Lotte de Beer en Wouter Padberg. 17/8, Compagnietheater, Amsterdam. Herh.: 20/8

In het oorspronkelijke verhaal van La Bohème is de oven in geen tijden gebruikt omdat er geen eten was. In de versie van regisseuse Lotte de Beer komt dat juist doordat hoofdpersoon Rodolfo en zijn kornuiten alleen maar afhaalpizza en fastfood eten. Verplaats je Puccini's opera naar het heden, dan moet gebrek inderdaad wel overvloed worden. De Beer, een aanstormend talent dat de laatste jaren veel aandacht heeft getrokken met haar ensceneringen, wil met deze omdraaiing de geestelijke armoede van de protagonisten benadrukken. Niet dat Puccini's berooide flierefluiters nu op zo veel diepgang te betrappen zijn; dat komt pas aan het eind, als Rodolfo's geliefde Mimi, bezwijkt aan tbc.

Met deze voorstelling werd zaterdag het Grachtenfestival ingeluid, een intussen tot megaproporties uitgegroeid festival met kleinschalige concerten, dat zich tot en met komend weekeind afspeelt in de Amsterdamse binnenstad. Ook La Bohème is tot kamerformaat teruggebracht: de muziek is voor ensemble bewerkt door Jonathan Dove, met weglating van de koren en massascènes, Sinem Altan en DJ Ipek hebben voor tussen de bedrijven door fraaie soundscapes toegevoegd, en de voorstelling wordt gespeeld in de bescheiden zaal van het Compagnietheater.

De kleine bezetting werkt wonderwel: de wendbaarheid van het orkestje, aangevoerd door Wouter Padberg, doet de charmes van Puccini's muziek nog beter tot zijn recht komen. De cast is uitgesproken jong, multinationaal, en van een opvallend formaat. Dat moet te danken zijn aan de samenwerking met het Theater an der Wien, waar deze voorstelling al een half jaar geleden is opgevoerd. Andrew Owens is met zijn lyrische tenor een prima Rodolfo, de Turkse sopraan Çiǧdem Soyarslan zet een krachtige Mimi neer. Anna Maria Sarra en Ben Connor verbeelden het niet-tragische liefdespaar Musetta en Marcello met veel inzet, en ook de overige zangers mogen er wezen.

Het decor is simpel, multifunctioneel en verandert in een oogwenk van een modieuze kledingwinkel in een ziekenhuis. De Beer laat haar zangers druk dollen, dansen en bekvechten, maar voegt allerlei speelse details toe. Fraai is de vondst om de gesprekken met Mimi aan het slot voornamelijk per telefoon te laten lopen. Wat wel weer een beetje jammer is, is dat ze Owens luid door de slotakkoorden muziek heen laat snikken. Muziek – en zeker die van Puccini – is in staat de tragiek naar een hoger plan te tillen, maar op deze manier eindigt het drama erg prozaïsch.


© Frits van der Waa 2013