Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 25 september 2013

Licht, kleur en liefdesgeweld

Tristan und Isolde van Richard Wagner, door de Nationale Reisopera o.l.v. Jakob Peters-Messer en Antony Hermus. 22 september, Wilminktheater, Enschede. Herh. t/m 31/10 (reisopera.nl). Radio 4: 12/10, 19.00 uur.

Wagners Tristan und Isolde is vast niet de eerste, maar ongetwijfeld de beroemdste opera over drugsgebruik. De liefdesdrank die de twee hoofdpersonen aan het einde van het eerste bedrijf onbedoeld innemen kun je moeilijk anders noemen. Eerst hadden ze zelfs een vrij grote hekel aan elkaar, maar vanaf dat ogenblik zijn ze totaal aan elkaar verslingerd, wat natuurlijk niet de bedoeling was en dan ook slecht afloopt.

Zijn ze in Enschede, waar een nieuwe Tristan-enscenering zondag haar première beleefde, vergeten dat de stad een eigen opera herbergt? Of zouden de potentiële luisteraars zijn teruggeschrokken voor het (inclusief twee pauzes) vijf uur durende liefdesgeweld? Het aantal lege stoelen in het Wilminktheater viel nauwelijks te tellen. Het is waar, de Nationale Reisopera is als gevolg van de bezuinigingen een jaar lang vrijwel buiten beeld geweest, maar met deze voorstelling zet ze zichzelf weer helemaal op de kaart.

Dat het tegenwoordig echt voor een appel en een ei moet, is te zien aan de minimalistische vormgeving. Het decor bestaat uit niet meer dan twee grote horizontale vierkante plakken, waarvan de bovenste kan worden opgetakeld. Regisseur Jakob Peters-Messer en zijn decor- en lichtman Guido Petzold maken van deze nood een deugd. Het theater wordt gedragen door een uitgekiende personenregie en vooral door een geraffineerd gebruik van licht en kleur. Daarbij rekenen we voor het gemak ook de hoofddoek van Isolde die zich op een gegeven moment uitvouwt tot een meterslange sleep.

Er is maar één moment dat onbedoeld potsierlijk is, namelijk de scène aan het begin van het tweede bedrijf, waar de twee geliefden elkaar in de armen vallen. Sopraan Claudia Iten en vooral tenor Robert Kunzli hebben namelijk een beetje een teddybeertjespostuur, maar dat zingen ze verder glorieus van zich af. Iten heeft een stralende stem met een enorme draagkracht, waarvoor ze geen walmend vibrato hoeft in te zetten. Haar uitstraling is bovendien zo naturel dat je haar Isolde van meet af aan waarneemt als een vrouw van vlees en bloed. Kunzli lijkt daar aanvankelijk nauwelijks tegen op te kunnen boksen, maar laat met zijn lange monoloog in het derde bedrijf horen dat ook hij een eersteklas-Wagnerzanger is. Ook de drie figuren op het nog altijd omvangrijke tweede plan zijn formidabel: Anne-Marie Owens met haar donkere alt als Brangäne, Sebastian Noack als Kurwenal en vooral superbas Yorck Felix Speer als koning Marke, de bedrogen vriend en echtgenoot.

Deze voortreffelijke cast wordt gedragen door het Noord Nederlands Orkest, dat onder leiding van Antony Hermus op een verrassend hoog niveau opereert. Die paar kleine ongerechtigheden in de blazers zijn dingen die in de beste orkesten voorkomen. Het is knap hoe Hermus de enorme spanningsbogen en orkestgolven doseert en er een gloed over legt die volledig aansluit bij het subtiele spel van licht en tint op het toneel.

Ja, het blijft een hele zit, want Wagner heeft altijd erg veel tijd en tekst nodig om zijn verhaal te vertellen. Maar het loont, vooral ook omdat Peters-Messer binnen de gestileerde vormgeving de interactie toch voorziet van subtiele accenten, waardoor de drijfveren en gevoelens van de personages net iets complexer blijken dan ze bij Wagner op het eerste gezicht zijn.


© Frits van der Waa 2013