de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 25 september 2013
Kleine muziek met grote inhoud
Florent Boffard: Schönberg. Mirare (cd plus dvd)
Er zijn van die stukken waarin je de scharnieren van de muziekgeschiedenis hoort kraken. In het oeuvre van Arnold Schönberg gebeurde dat verschillende keren. Niet helemaal toevallig was dat in zijn (schaarse) pianomuziek. Schönberg was meer van het grote palet, maar het ligt voor de hand om iets nieuws eerst maar eens in de huiskamer uit te proberen.
Kleine muziek met een grote inhoud dus. De Franse pianist Florent Boffard heeft de vier bundels met korte stukken met grote sensitiviteit uitgevoerd en bijeengebracht op één cd: het betrekkelijk vroege opus 11, dat al stevig rukt aan de leiband van de gangbare harmoniek, de aforistische, vrij-atonale Sechs kleine Klavierstücke, en dan de doorbraak van opus 23 en 25, waar de componist twaalftoonreeksen benut om tot een nieuwe toontaal te komen.
Als toegift fungeren twee iets latere pianostukken en, heel leuk, drie pianostukken uit 1894, waarin het middelste nog van een zalige ongereptheid is.
Op de bijgaande dvd legt Boffard uitvoerig uit dat Schönberg vaak verkeerd begrepen wordt en laat hij horen wat de connecties met voorgangers als Bach, Liszt en Brahms zijn. Het verhaal is een beetje saai op den duur, maar wel verhelderend.
Chris Thile: Bach. Nonesuch.
Op het eerste gezicht is het om je te bescheuren: Bach op mandoline. En dan niet de kleine stukjes uit het Klavierbüchlein; nee, meteen de tanden in de sonates en partita's voor viool solo.
De Amerikaan Chris Thile durft het aan en laat horen dat het niet eens zo'n gek idee is. Tenslotte zijn de snaren van een mandoline net zo gestemd als die van een viool, dus zo groot is de stap niet eens.
Ja, in het begin doet de muziek aan als getokkel op een eiersnijder, maar als Chris Thile op dreef is, ontpopt hij zich tot de Oistrach onder de mandolinisten.
Vooral de grote meerstemmige fuga's krijgen bij hem diepgang en dynamiek. Het maakt benieuwd naar Thile's volgende album, die ook de Tweede Partita met die gigantische chaconne zal bevatten.
Sven Helbig: Pocket Symphonies. DG.
Het Duitse platenlabel Deutsche Grammophon was altijd een bolwerk van degelijkheid, maar sinds de ineenstorting van de cd-markt is dat blijkbaar niet voldoende en lijkt het label op zoek naar een nieuwe niche in de markt.
Het idee van de 'zaksymfonieën' van de Duitse componist Sven Helbig (1968) is op zichzelf een aardig idee: orkeststukjes met de lengte van een popnummer, waarin toch sprake is van een dramatische ontwikkeling.
Het is alleen jammer dat de middelen die Helbig hanteert zo plat zijn. De muziek komt niet verder dan plomp georkestreerde filmmuziek met veel climaxwerkingen. DG is Diep Gezonken.
© Frits van der Waa 2013