de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 2 november 2013
Nieuw Ensemble piekt met duivelse energie
Keuris, Sharman, Loevendie en Stravinsky, door het Nieuw Ensemble o.l.v. Ed Spanjaard. 31/10, Muziekgebouw, Amsterdam.
Het was een uitstapje naar vroeger, toen de Nederlandse ensemblecultuur nog in aanwas was. Een van de eerste groene sprietjes die later tot illustere hoogten zouden uitgroeien was, in de jaren tachtig, het Nieuw Ensemble. Donderdag liet het horen dat het nog steeds tot in de hemel reikt, al is de materiële basis door de bezuinigingen nu danig verzwakt.
Daarbij demonstreerde het gezelschap dat er in die jaren tachtig verdraaid goed werd gecomponeerd. Door Theo Loevendie bijvoorbeeld, die in 1980 met zijn toneelmuziek voor Venus en Adonis de betrokken musici zo'n plezierige tijd bezorgde dat ze besloten om als vast ensemble verder te gaan.
In de concertversie die de componist daaruit samenstelde, gonst en zindert dat muziekplezier nog altijd rond. De noten zijn niet moeizaam of modernistisch bij elkaar gesprokkeld, maar vormen van meet af aan ritmische en melodische patronen die in het oor kleven en toch telkens weer verrassen. Eenstemmige of bijna-eenstemmige passages verraden, net als de onderstroom van het slagwerk, dat Loevendie zijn oor te luisteren legde bij de Turkse muziek.
Even vitaal bleek Acht miniaturen, een stuk dat Tristan Keuris componeerde voor het eerste officiële optreden van het ensemble. Keuris is al zeventien jaar dood en zijn muziek dreigt in het vergeetboek te raken. Maar wat was hij een goede componist, vooral in de periode waarin hij bezig was een weg terug te zoeken naar een tonaal en toegankelijk idioom. Door de spanning en de inventiviteit die daaruit voortkwamen, en zijn scherp oor voor klankkleur, klinken deze korte stukken nog altijd fris en allesbehalve gedateerd.
In Departures, dat de Canadese componist Rodney Sharman vijf jaar terug voor het ensemble schreef, ontbrak dat aanstekelijke. De muziek is gegrondvest op voortdurend in hortende patronen herhaalde majeur-akkoorden, waarboven weemoedige flarden een sfeer van nostalgie scheppen.
In de 33 jaar van zijn bestaan heeft het Nieuw Ensemble zich flink verjongd, maar een constante factor en waarborg voor hoge kwaliteit is de aanwezigheid van dirigent Ed Spanjaard. Onder zijn meer dan bezielende leiding besloot het gezelschap het optreden met een ongeëvenaard goede vertolking van Stravinsky's suite L'Histoire du soldat. De gestileerde marsen, dansen en kermismuziekjes kregen uiterst precies gestalte, in hoog tempo maar niet jachtig.
Hoewel de aandacht allereerst uitging naar Emi Ohi Resnick, die de viool waarom het verhaal draait met duivelse energie bespeelde, was het toch vooral de geweldige fusie én differentiatie van de slechts acht instrumentale kleuren waaraan de uitvoering haar kracht ontleende.
Als er ooit een kunstsubsidie onverdiend en onterecht is ingetrokken, is het wel die aan het Nieuw Ensemble.
© Frits van der Waa 2013