de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 24 februari 2014
Dit stuk moest erg ingekort worden om in de krant te passen. De weggelaten passages zijn in blauw weergegeven.
Smaakvolle visie op belast werk Orff
Carmina Burana, van Orff, door Anima Eterna o.l.v. Jos Van Immerseel, Muziekgebouw Frits Philips, Eindhoven 22/2. Herh. Groningen 24/2, Brussel 25/2.
Besmet, primitivistisch, bombastisch, en stereotiep. Er zijn vele negatieve kwalificaties aan te dragen voor Carmina Burana van Carl Orff. Jaar en plaats van ontstaan zijn al niet gelukkig. In het Duitsland van 1936 liepen velen, ook de componist, nog weg met Hitler. Niet dat de Carmina iets met het nazisme te maken hebben: ze bezingen het middeleeuwse kroeg-, buiten- en liefdesleven in een toegankelijk muzikaal idioom dat archaïsche toonladders en zinsbouw combineert met moderne orkestklanken en kruidige dissonanten.
Orff muntte hiermee een stijl die naderhand moeiteloos zijn weg gevonden heeft naar de soundtracks van films en computergames als Lord of the Rings en Final Fantasy. Verder is het stuk, waarvoor naast een orkest met zes slagwerkers drie solozangers, een groot en een klein koor en een kinderkoor opdraven, belast geraakt met een uitvoeringstraditie waarin de nadruk lag op het massale en luidruchtige.
Al die achtergronden mochten we vergeten
bij de uitvoering van de Vlaamse dirigent Jos Van Immerseel en zijn orkest Anima Eterna zaterdag in het Eindhovense Muziekgebouw. Van Immerseel is van huis uit een oude-muziekman, die streeft naar interpretaties waarin wordt teruggegaan naar de oorspronkelijke speelstijl en instrumenten. Vooral de koperinstrumenten van Anima Eterna zien er anders uit, met nauwere bekers en een donker patina over het metaal.Ook is de omvang van de koren betrekkelijk bescheiden.
Evengoed zijn de slagen waarmee het stuk opent indringend, net als de gescandeerde teksten van het koor en het herhaalde motief dat het draaien van het rad van fortuin verbeeldt. Hoewel veel van de uitwerking van het stuk stoelt op ritmische aandrang en volume-expansie, blijft Van Immerseel op het pad van de goede smaak. De strijkers spelen non-vibrato, wat soms leidt tot fascinerend hese, broze klanken.
Bariton Thomas Bauer maakt zijn voordracht wel heel nadrukkelijk gevoelvol, maar sopraan Yeree Suh en tenor Yves Saelens zingen hun hoge noten helder en loepzuiver. Het zit er dik in dat deze uitvoering middeleeuwser klinkt dan Orff het ooit gehoord heeft. Het avontuur schuilt in de combinaties van koor- en orkestklanken en die komen bij Van Immerseel schitterend tot hun recht. Het is zogezegd lekkere muziek. Maar
alles bij elkaar is de muzikale substantie van de Carmina, met haar vastgeschroefde grondtonigheid, wel wat magertjes voor een stuk van vijf kwartier.
© Frits van der Waa 2014