Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 3 maart 2014

Snaarspanning

No Harp, No Story luidde het motto van het Dutch Harp Festival in Utrecht, dat deze derde editie opende met de muzikale thriller The Death of Poe.

De ingang van de Domkerk is afgezet met gele linten. Crime scene - Do not cross staat erop. Direct na binnenkomst passeert het publiek een levenloos lichaam, met ernaast een brancard en ambulancepersoneel. Daarachter staat een koor mistroostige muziek te zingen. De ingrediënten voor de muzikale thriller The Death of Poe, de openingsvoorstelling van het Dutch Harp Festival, zijn veelbelovend. De dood van de Amerikaanse schrijver, die in 1849 verdween, raaskallend in andermans kleren werd aangetroffen en kort daarna de geest gaf, blijft een intrigerend raadsel.

Dat wordt in de Domkerk niet opgelost. De suspense wordt gehandhaafd door stemmige muziek met veel nevelige klanken en Engelstalige teksten, die worden uitgesproken door acteur Frank Sheppard. En natuurlijk klinken er aldoor harpen. Het speciale festivalkoor moet zich in de lastige Dom-akoestiek hoorbaar inspannen om op dezelfde toonhoogte te blijven als harpiste Amandine Carbuccia. Beter vergaat het de spelers van het Matangi Kwartet, die, uitgedost als politieagent, pastoor en verplegers, met Isabelle Moretti een fraai stuk van André Caplet ten gehore brengen. Nog indringender is een solowerk van Henriette Renié, met kracht voorgedragen door harpist Sivan Magen, waarna de voorstelling besluit met een stuk van Paul Patterson, in combinatie met de omineuze tekst van Poe's gedicht The Raven.

No Harp, No Story luidt ditmaal het motto van het tweejaarlijkse festival, dat zijn derde editie beleeft. Er is dan ook geen concert waarin het gesproken of gezongen woord ontbreekt. Zelfs tijdens de tocht van de Dom naar de Leeuwenberghkerk kunnen festivalbezoekers luisteren naar het verhaal van het vrouwtje van Stavoren, verteld door een harpiste - zij het zonder muziek, want het is buiten te koud en te nat om te spelen.

Het verbond dat het harpfestival tot stand heeft gebracht tussen een aantal singer-songwriters en harpisten blijkt bijzonder vruchtbaar, al hebben de bij het late night concert gepresenteerde koppels elkaar pas een dag tevoren voor het eerst in levenden lijve getroffen. De liedjes van Angela Moyra mogen een beetje zoet zijn, met heel veel grote septiem-akkoorden, de chemie tussen haar en harpiste Eleanor Turner is onmiskenbaar. De combinatie van harp en ukelele levert een schitterende combinatie van swing en vloeibare klanken. Turner weet bovendien wat improviseren is, al is ze klassiek geschoold, en deinst niet terug voor het inzetten van een loop machine. De integratie van elektronica en levende klank gaat een stuk verder bij de samenwerking tussen Florian Wolff en Joris Beets, de uitvinder van de elektrische Deltaharp. De nummers die het tweetal laat horen vallen op door stuwende klankweefsels en een grote mate van zelfwerkzaamheid, wat een hechte structuur niet in de weg staat.

Dat Frankrijk de bakermat is van de klassieke harpmuziek wordt eens te meer duidelijk bij het programma De harp van de toekomst, waarin Philip Freriks met zijn kenmerkende welbespraaktheid de concurrentieslag tussen Erard en Pleyel beschrijft. Pleyel ontwikkelde de kruissnarige chromatische harp, terwijl Erard het instrument voorzag van pedalen. Beide fabrikanten zetten componisten als Ravel en Debussy aan het werk. De pedaalharp won het. Daarom waagt harpist Sylvain Blassel zich met een slag om de arm aan de bespeling van het Pleyel-instrument, dat om een heel andere techniek vraagt. Zijn spel doet niet onder voor dat van zijn collega Isabelle Moretti. Tot slot wordt de strijd beslecht met een uitvoering van Ravels Le jardin féerique, waarin de twee verschillende harpen eendrachtig parelen en gonzen.


© Frits van der Waa 2014