Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 24 maart 2014

Orkestcombinatie maakt werk herkauwer verteerbaar

Beethoven en Bruckner door Het Gelders Orkest en het Nederlands Symfonie Orkest o.l.v. Antonello Manacorda. 20/3, De Spiegel, Zwolle. Herh.: Arnhem (23/3), Doetinchem (26/3), Nijmegen (28/3), Apeldoorn (29/3) en Utrecht (30/3).

Als recensies over concertzalen gingen in plaats van over concerten stond er één ster boven dit stukje. Die verdient De Spiegel in Zwolle door in de pauze achtergrondmuziek te laten horen. Heb je net een plezierige Beethoven-nasmaak in de oren, wordt daar een portie ingeblikte Bach doorheen gegoten. Mijdt die plek, muziekliefhebbers.

Dat er in die zaal nauwelijks meer mensen zaten dan op het podium, ook al was dat een combinatie van twee orkesten, heeft waarschijnlijk een andere reden. Het is een zorgwekkende trend waar gewestelijke orkesten al jaren mee te kampen hebben. Zelfs de beproefde koppeling van Bruckner en Beethoven werkt niet meer.

Een van die twee orkesten heeft nog een ander, zelfgecreëerd probleem: het mag van de rechter zijn naam niet meer gebruiken. Het gezelschap, dat al de namen Overijssels Philharmonisch Orkest, Ofo-Forum en Orkest van het Oosten droeg, heeft zichzelf in 2011 opgewaardeerd tot 'Nederlands Symfonieorkest'. Nu had elke merkenrechtspecialist kunnen voorspellen dat daar gelazer van zou komen, omdat er al een orkest is met een vrijwel gelijkluidende naam, het Nederlands Philharmonisch Orkest. Als de organisatie voor 'Nationaal' had gekozen was er niets aan de hand geweest – al zou ook dat een aanmatigende stap zijn geweest voor een orkest dat hoegenaamd geen landelijke uitstraling heeft.

De harde kern bij dit programma, dat nog tot eind deze maand wordt herhaald, bestaat overigens uit Het Gelders Orkest en zijn dirigent Antonello Manacorda. Dat brengt in het voorprogramma een degelijke, maar zelden opwindende lezing van Beethovens Derde Pianoconcert. Solist Kristian Bezuidenhout, specialist op het gebied van de fortepiano, bespeelt een traditionele concertvleugel, waar hij doorzichtige, maar vaak wat droge klanken uit haalt. Pluspunt van deze uitvoering is een mooie menging met het orkest.

Voor de Zevende van Bruckner wordt het gezelschap versterkt met een contingent musici uit het NedSym, zoals we het maar zullen noemen. Hoewel de zit van een uur iets te veel vergt van sommige koperblazers, weet Manacorda het werk van een van de grootste herkauwers onder de 19de-eeuwse componisten alleszins verteerbaar te maken. Er is evenwicht, er is helderheid, er is klankschoonheid en hoewel de zachtste passages menigmaal precair aandoen, steekt Manacorda's benadering helemaal niet slecht af bij de turbo-Bruckners die veel grote maestro's ons plegen voor te zetten bij de Randstedelijke orkesten.

En gelukkig heerste na afloop in de foyer een zegenrijke stilte.


© Frits van der Waa 2014