de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 23 juni 2014
Rust en uitbundigheid
Grime, Ligeti, Benjamin en Ravel, door het Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. George Benjamin. 20/6, Concertgebouw, Amsterdam.
Het is niet zo vanzelfsprekend meer dat de Grote Zaal van het Concertgebouw helemaal vol zit en al helemaal niet bij een programma als dat van afgelopen vrijdag, met vooral muziek die onder de noemer 'modern' valt. Toch was vrijwel geen stoel onbezet. Chapeau voor het Koninklijk Concertgebouworkest, dat er, anders dan de meeste orkesten, in is geslaagd zijn publiek te betrekken bij de recente ontwikkelingen in de muziek. En dat zonder een beroep te doen op grote coryfeeën.* De dirigent was de Engelse componist George Benjamin, die, ondanks het succes van zijn opera Written on Skin anderhalf jaar terug, niet als een grote ster kan worden beschouwd. De namen van de solisten, fluitist Kersten McCall en hoboïst Lucas Macias Navarro, zijn eigenlijk alleen bekend bij degenen die de ledenlijst van het KCO hebben bestudeerd.
Heel nadrukkelijk aanwezig waren de beide blazers niet in Ligeti's Dubbelconcert, overschaduwd als ze waren door hun mede-fluitisten en -hoboïsten, die de componist opvoert in plaats van de violen. Het stuk stamt uit 1972, de periode waarin Ligeti vooral werkte met evoluerende klankvelden en clusters, al voel je al dat er meer aan zit te komen.
Niet zo veel jonger, maar wel het werk van een veel jongere componist, is Ringed by the Flat Horizon, dat Benjamin in 1980 componeerde op 20-jarige leeftijd. Hoewel de rijkdom aan ideeën bijna overdadig is en de spanning in de laatste minuten wat wegebt, is het nog steeds een indrukwekkend stuk muziek. Het klonk bovendien of de componist, die het de afgelopen 34 jaar ongetwijfeld vaker heeft gedirigeerd, nog meer inzicht heeft gekregen in de finesses van het orkestraal koloriet.
Het programma bood ook een actueel werk: het in 2010 gecomponeerde Everyone Sang van Helen Grime. Het duurt maar een kwartier, maar dat is voldoende om te horen dat deze 33-jarige Schotse componiste veel in haar mars heeft. Opvallend is dat er vrijwel voortdurend sprake is van een dragende melodische lijn, ook al maakt die de nodige transformaties door, inclusief een vertakking naar een veelstemmig gewemel. Bijzonder fraai zijnde harmoniumachtige klanken waarmee het werk besluit. De helderheid van het betoog, samen met de voortdurend op bekende samenklanken zinspelende harmonieën, doen vermoeden dat Grime niet onbekend is met het werk van onze eigen Louis Andriessen.
De Rapsodie Espagnole van Ravel voorzag die eigentijdse werken van een luisterrijk historisch perspectief. Hoewel Benjamin als dirigent vooral rust uitstraalt, maakt hij een uitbundig feest van de zwierige klanken die Ravel iets meer dan een eeuw geleden in zijn partituur heeft uitgestrooid.
* Het concert maakte deel uit van het Holland Festival, dat had ik even over het hoofd gezien!
© Frits van der Waa 2014