de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 26 juli 2014
Opgeduikelde minicello verdrinkt in klanken van Akademie für Alte Musik
Van Wassenaer, Leo, Bach en Tartini, door de Akademie für Alte Musik Berlin olv Bernhard Fock. 23 juli, Concertgebouw, Amsterdam.
Ook aan de Robeco Summer Nights, de succesvolle zomerserie van het Concertgebouw, kon de actualiteit niet voorbijgaan. Als bijdrage aan de nationale rouwdag werd het barokprogramma van de Akademie für Alte Musik Berlin woensdag voorafgegaan door een minuut stilte en Bachs Air on the G string.
Wellicht speciaal voor dit Nederlandse optreden bestond de eigenlijke opening uit een concertje van Van Wassenaer, de 18de-eeuwse componerende edelman. Levendige muziek is het, die onder handen van de Berlijners een goedgemutste uitvoering beleefde.
Voor het celloconcert van Leonardo Leo hing violist Sergej Malov een minicello voor zijn borst, dat hij met een verticaal omhooggestoken stok bespeelde. Dit apparaat is een van de jongste ontdekkingen van het oudemuziekwezen en het heet een violoncello da spalla, een schoudercello.
De 31-jarige Malov was twee jaar terug ook al te horen in het Festival Oude Muziek met dit instrument. Het timbre houdt een beetje het midden tussen dat van de cello en de altviool, wat heel mooi is, maar puur technisch bekeken lijkt de klankkast toch erg klein voor zo'n laag instrument. Dat werd bevestigd doordat Malovs spel vaak leek te verdrinken in de toch werkelijk niet opdringerige klanken van het ensemble.
Eigenlijk was het jammer dat Malov voor zijn toegift, na het vioolconcert van Tartini, gewoon een deeltje uit een Bach-sonate speelde en niet weer even de spalla ter hand nam. Zo vaak hoor je die niet. In Tartini had Malov het vooral in het eerste deel wat zwaar, met een licht geknepen toon, maar bij het rustiger vervolg raakte hij in aangenamer vaarwater, terwijl het flitsende werk van het laatste deel hem goed af ging.
Het derde Brandenburgse Concert en de tweede orkestsuite van Bach beleefden onder aanvoering van eerste violist Bernhard Fock bruisende uitvoeringen met veel mooie puntige accenten en hier en daar wat onhelderheden. Er was een heel klein glansrolletje voor de klavecinist en een grotere voor de traversospeler, die niet met naam op het programma vermeld stond maar toch een bos bloemen en veel applaus kreeg.
© Frits van der Waa 2014