de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 21 augustus 2014
Briljant, enthousiast en kostelijk
Candide, van Leonard Bernstein, door de Nederlandse Reisopera o.l.v. Xander Straat en Arnaud Oosterbaan. 19/8, Hilton Hotel, Amsterdam. Herh: 21/8.
Wie weet nog wie Willem Wilmink was? Elf jaar is hij al niet meer onder ons, die bescheiden Twentse woordkunstenaar, maar maandagavond, in het Amsterdamse Hilton Hotel, kwam hij weer even tot leven, dankzij de goedgebekte vertaling die hij in 1994 maakte van Leonard Bernsteins Candide.
Speciaal voor het Amsterdamse Grachtenfestival heeft de Nederlandse Reisopera zijn productie uit 2010 nieuw leven ingeblazen. Regisseur Xander Straat tekent voor de tot een uur ingedikte 'pocketversie' van Candide, het curieuze muziektheaterwerk dat Bernstein schreef in 1956, een jaar voor zijn roemruchte West Side Story. Luchthartige tragiek overheerst in dit Prikkebeen-achtige verhaal vol rampspoed, gebaseerd op het gelijknamige boek van Voltaire, waarin de wereld desondanks 'zo goed is als het maar kan' en elke wanklank wordt gezien als 'een niet begrepen harmonie'.
Vijf zangers vertolken liefst twaalf personages, in een decor dat uit niet meer bestaat dan een dikke driezitsbank en een stuk of tien opgestapelde tv's. Een miniorkest, piano, cello, fluit en slagwerk, verzorgt de begeleiding. Een echte opera is het niet, het verhaal wordt tussen de gezongen nummers door verteld door de zangers zelf, waarbij op de tv's illustraties verschijnen.
Candide (heerlijk argeloos gespeeld door Jan-Willem Schaafsma) is het vleesgeworden optimisme. Gezien het feit dat zijn geliefde Cunegonde telkens weer op wonderbaarlijke wijze uit de dood herrijst heeft hij daar alle reden toe, maar zo bedoelde Voltaire het waarschijnlijk niet. Het stel krijgt weerwerk van Daniël Herman Mostert, die alle naar het sinistere zwemende personages vertolkt, en Ruth Willemse en Leon van Liere als secure secondanten.
De sjeu van de voorstelling zit hem vooral in Bernsteins briljante muziek, met zijn verspringende ritmes en zijn kostelijke melodieën, en het enthousiast gedol en de verkleedpartijen van de jeugdige zangers. Maartje Rammeloo is een flonkerende Cunegonde met haar grote blauwe ogen en haar kirrend vibrato, en springt er vocaal uit met haar vertolking van een fantastische coloratuuraria, waarin Bernstein het belcanto op de hak neemt.
Jammer alleen dat de woorden slechter verstaanbaar worden naarmate de noten hoger zijn en dat je de tekst niet nog even kunt nalezen in het programmaboekje. Dat eerbetoon had Wilmink zeker verdiend.
© Frits van der Waa 2014