de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 26 september 2014
St. Petersburg Kamerkoor zingt gewoon vals
Rachmaninov e.a., door het St. Petersburg Kamerkoor o.l.v. Nikolai Korniev. Gezien: 24/9, Concertgebouw Amsterdam.
Het geluid dat uit de veertig kelen van het St. Petersburg Kamerkoor opstijgt, is indrukwekkend. Maar het genoegen dat het teweegbrengt is niet onverdeeld. Het koor heeft een koorklank die nog het meest weg heeft van veertig dansende kaarsvlammetjes: het geheel heeft een zekere bekoring, maar er zit ook een ingebakken instabiliteit in. Het klinkt niet alleen verbazend ouderwets maar zingt op de slechtste momenten gewoon vals.
Vooral in de inleidende muziekstukken, een reeks fragmenten uit grotere werken van Kastalski en Tsjaikovski, is er weinig dat tegenwicht biedt aan het modderige geluid. De dragende melodieën komen er stralend en welgevormd uit, dat wel, het geluid dat uit de individuele Russische strot opstijgt is zonder meer professioneel, en als het over dynamische en ritmische verfijning gaat, is er wel degelijk grote aandacht en eendracht. Maar in zachte passages laten de bibberbassen alles wiebelen, terwijl de uitbarstingen behalve krachtig ook onaangenaam scherp zijn.
Gelukkig bevat de hoofdschotel, de Vespers van Rachmaninov, zo veel bijzondere muziek dat er aan de uitvoering desondanks veel te beleven valt. Rachmaninov schreef zijn stuk in 1915 in een archaïsche stijl, waarin hij teruggreep op de orthodoxe kerkmuziek, maar daarbij hanteerde hij een vocale lay-out die uitermate gevarieerd en avontuurlijk is. In het hart van het werk schuilt een Mariahymne die aandoet als een oase, terwijl in het daaropvolgende deel, een lofprijzing van God, de stemmen zich opstapelen tot een ontzagwekkend dissonant akkoord dat zomaar afbreekt, waarop de spanning pas na enkele seconden stilte verlichting vindt in een reine drieklank. De muzikale taal mag traditioneel zijn, het effect is uitgesproken modern.
Dit koor komt altijd op zijn pootjes terecht. De start is telkens veelbelovend, de finish altijd overtuigend. Maar wat is het jammer dat daartussen, vooral in harmonisch opzicht, zo veel details verduisterd worden door de floersige intonatie.
© Frits van der Waa 2014