de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 27 oktober 2014
Beperkte fantasie in Shell Shock
Shell Shock, van Nicholas Lens, door De Munt o.l.v. Koen Kessels en Sidi Larbi Cerkaoui. 24 oktober, Muntschouwburg, Brussel. Herh. t/m/ 2/11.
Aan Nederland is de Eerste Wereldoorlog grotendeels voorbijgegaan, maar amper twee uur rijden van de grens ligt Ieper, waar tussen 1914-1918 een half miljoen soldaten zijn gesneuveld. Het is ook de geboorteplaats van Nicholas Lens, de nu 56-jarige componist die voor Opera De Munt in Brussel een oorlogsrequiem, Shell Shock, heeft geschreven.
Lens componeerde in het verleden vooral muziek met een fusion-inslag, waarin hij elementen uit minimalia, pop en wereldmuziek aaneensmeedde, maar is zich later meer en meer gaan toeleggen op orkestrale muziek en opera. Shell Shock, op de tekst van popmuzikant Nick Cave, kreeg van De Munt een theatrale enscenering, maar is muzikaal gesproken een oratorium. Een verhaal is er niet; in twaalf 'canto's' komen prototypes van door de oorlog getroffenen aan het woord, zoals de Soldaat, de Verpleegster, de Deserteur, de Gevallenen, de Moeder en de Wezen.
Shell Shock begint veelbelovend, met jammertonen en een aan weerszijden van de zaal opgesteld koor dat uitdijende clusterklanken ten gehore brengt die sterk doen denken aan een ander requiem, dat van Ligeti. In de tweede canto vallen echootjes van Stravinsky te bespeuren. Maar vanaf dat deel verlaat Lens zich op zijn eigen fantasie. Jammer, want die is beperkt, en het stuk heeft dan nog vijf van de zes kwartier te gaan, waarin steeds weer dezelfde melodische frasen langskomen op vrijwel steeds dezelfde grondtoon, met steeds diezelfde monotone kwartenmotoriek van circa zestig slagen per minuut. Dat Lens daar af en toe een kermend glissando, een scheurende koperhoest of een groot crescendo doorheen werkt, brengt weldra niet meer de beoogde opwinding teweeg.
De dramatisering voegt er bitter weinig aan toe. Echte karakters zijn er niet. Sopraan Claron McFadden zingt de voortsjokkende Lens-noten fraai, alt Sara Fulgoni maakt ze diffuus met een walmend vibrato, countertenor Gerald Thompson en bas Mark S. Doss komen niet al te sterk voor de dag en de welbespraakte tenor Ed Lyon weet er zowaar wat van te maken. De jongenssopraantjes zijn gepast ontroerend. De choreografie houdt het midden tussen dans en visuele agonie.
Wel geslaagd is het fraaie decor van Eugenio Szwarcer, dat bestaat uit een aantal brede, hoge podia, die zichtbaar en onzichtbaar kunnen worden gemaakt met frontaal op en neer gaande schotten. De geprojecteerde beelden, eveneens van Szwarcer, zijn eveneens fraai en effectief. Memorabel is vooral de scène waar vallende soldaten worden geprojecteerd op uitgesneden silhouetten van zichzelf. Op zulke momenten doet Shell Shock heel even wat het moet doen, namelijk iets voelbaar maken van wat de Grote Oorlog teweegbracht. Voor het overige is dit een werk dat maar snel moet worden vergeten.
© Frits van der Waa 2014