de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 8 december 2014
Gewiekste vertolking van moderne composities
Werk van Nas, Tulve, Campo, Mochizuki, Germanus en Vleggaar, door het Nieuw Ensemble o.l.v. Ed Spanjaard. 4/12, Muziekgebouw, Amsterdam.
Veel moderne muziekcomposities hangt een vloek boven het hoofd. Het is die van de dernière, het vervelende verschijnsel dat de première van een werk tevens de laatste uitvoering is. Net zoals dat boeken in de ramsj verdwijnen, is het iets onvermijdelijks, want je kunt nu eenmaal niet alles bewaren. Maar daarom is het wel goed om, zoals het Nieuw Ensemble nu heeft gedaan, nog eens een paar geslaagde stukken in reprise te brengen.
De stukken in deze bloemlezing zijn alle geschreven door componisten die nu in de 40 zijn, maar destijds aan het begin van hun carrière stonden. Vandaar het motto van het concert: Het leven begint.
Er spreekt uit de zes gespeelde werken groot elan en ook een duidelijke affiniteit met de aparte bezetting van het Nieuw Ensemble, waarin slagwerk tokkelinstrumenten als mandoline, gitaar en harp een speciale kleur toevoegen aan de vertrouwde klanken van blazers en strijkers.
Mayke Nas heeft zelfs die geluiden nog uitgebannen in haar La Belle Chocolatière, een kort stuk waarin de strijkers eerst op hun klankkast tikken en kloppen, glijklanken en microtonale mixturen produceren. Pas op het eind duikt er een gewoon melodietje op. Bondig is ook Ligne d'Horizon van de Estse Helena Tulve, een reeks verkenningen die reikt van de ijlste geluiden tot complete klankvelden. Hoewel Régis Campo in zijn intussen zeventien jaar oude vioolconcert verbazende gonsakkoorden en klaterende riedels inclusief een speelgoedpiano voor dirigent Ed Spanjaard ten tonele voert, blijft het werk uiteindelijk steken in een wat eentonig ritme.
Ook uit 1997 stamt Adamsarchipel van Sander Germanus, intussen een expert op het gebied van microtonale muziek, die hier nog met gewone drieklanken werkt, maar daar wel hoogst ongebruikelijke combinaties mee maakt. De motoriek is gefragmenteerd, maar wel actief en de opbouw van het stuk, dat gestaag opklimt, uiteenvalt en terugkeert naar het begin, is heel helder.
Vermakelijk, maar niet minder listig is de verknipte bluegrassmuziek die Giel Vleggaar laat horen in Appalachia, met een hoofdrol voor gitarist Wiek Hijmans. Zowel de verknipte stijlbloempjes als het af en toe vastlopen van de muziek zijn uiterst geestig, de vele nootjes zijn behoorlijk virtuoos en onder de brokstukken schuilt toch een stuwende puls.
Het meest visionaire werk van dit toch al originele zestal is Silent Circle uit 2006 van Misato Mochizuki, die destijds de 30 al ruim was gepasseerd. Hoofdrolspeler is fluitist Harrie Starreveld, die onder meer repliek krijgt van een koto, een Japanse liggende kast met snaren, en een harp met karton tussen de snaren.
Alle instrumenten lijken aanvankelijk gemuilkorfd, want er komt veel droog geratel uit en om elke toon moet worden geworsteld. Zelfs als ze zich eenmaal hebben bevrijd vallen ze snel terug in onaardse, ruizige en verglijdende klanken, die tenslotte overgaan in een mysterieus wriemelend getik, alsof de componiste de klanken van insectenpootjes en -dekschildjes onder een akoestisch vergrootglas heeft gelegd. Alle zes stukken verdienen deze herkansing, maar dat van Mochizuki is een klasse apart. Jammer dat dit optreden van het Nieuw Ensemble eenmalig, dus eigenlijk toch weer een dernière was.
© Frits van der Waa 2014