de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 13 december 2014
Flonkerende cantates, rijk van tint
Weihnachtsoratorium van J.S. Bach, door de Nederlandse Bachvereniging o.l.v. Jos van Veldhoven. 10 december, Bovenkerk, Kampen. Herh. t/m 23/12.
Zijwaartse echo's rollen door de Kampense Bovenkerk bij de aanhef van Bachs Weihnachtsoratorium. Pauken, trompetten, hobo's en fluiten versmelten tot een diffuse totaalklank. Zo'n grote, imposante kerk is wel sfeervol, maar voor een luisterrijk werk als dit niet echt de ideale omgeving. De luisteraars in de acht steden die de Nederlandse Bachvereniging vanaf vandaag nog aandoet zullen (met uitzondering van die in Naarden) een helderder kijk op de muziek en de uitvoering krijgen.
Maar zelfs met zo'n portie galm blijft Bach fier overeind. Dat is allereerst te danken aan de twaalf zangers, die een hechte, goed afgestemde samenklank recht het publiek in projecteren. Zoals sinds een jaar of tien gebruikelijk is bij de Bachvereniging, is de vocale bezetting minimaal en zingen de solisten ook mee als koorlid.
De Bachvereniging brengt niet het volledige Weihnachtsoratorium, maar slecht vier van de zes delen, in wisselende combinaties. Dirigent Jos van Veldhoven wil zo de zelfstandigheid van de zes cantates benadrukken. In de tijd van Bach werden die nooit achter elkaar, maar stuk voor stuk uitgevoerd, in opeenvolgende kerkdiensten.
Als rustpunt tussen de cantates speelt concertmeester Shunske Sato vioolmuziek van Von Biber, waaronder de hemelbestormende, tien minuten durende Passacaglia over een basisgegeven van vier dalende noten klinkend bewijs dat Bachs vergelijkbare grote viool- en orgelcomposities niet zomaar uit de lucht kwamen vallen.
Onder de bezielende leiding van Van Veldhoven, wiens verzorgde stijl van dirigeren in de loop der jaren nog aan rust heeft gewonnen, kwam de Bachvereniging in Kampen tot een flonkerende vertolking van de eerste vier cantates, rijk van tint, verend van cadans en, zoals het kerstmuziek betaamt, hoopgevend. Ondanks de akoestiek waren de kleurschakeringen in het continuo (luit, klavecimbel, orgel, bas en fagot) duidelijk waarneembaar.
Bij de vier solisten valt vooral de stem van de pas 24-jarige Matthias Winckhler op, die de baspartijen met een natuurlijke voordracht ten gehore bracht en sopraan Monika Mauch in het duet Herr, dein Mitleid enigszins overvleugelde, hoe stralend helder haar hoge noten ook waren. Ook tenor Nicholas Mulroy kwam in de sporadische lage passages minder goed uit de verf, maar beschikt over een fraaie, soepele tenorstem. De Amerikaanse mezzo Meg Bragle klonk krachtig en standvastig.
Maar het Weihnachtsoratorium is, zeker in de benadering van Van Veldhoven, een werk dat floreert bij collectiviteit. En dat komt evengoed tot uiting in de monumentale openingskoren en slotkoralen als in de aria Flösst mein Heiland, waarin twee sopranen en hobo's elkaar verrukkelijke, ditmaal gecomponeerde echo's toewerpen.
KERSTCONCERTEN
Naast de diverse uitvoeringen van Bachs Weihnachtsoratorium vinden er nog veel meer kerstconcerten plaats. Een greep:
* Het St. Jacobs Kammarkör uit Stockholm brengt onder leiding van Gary Graden het aanstekelijke programma Folkjul, een Zweedse volkskerstmis. Rotterdam (16), Tilburg (17), Eindhoven (19 dec.)
* De Holland Baroque Society verdiept zich met de sopranen Céline Scheen en Claire Lefiliâtre in 17de-eeuwse kerstmuziek van Monteverdi, Sweelinck, Verrijt, Carissimi e.a. Eindhoven (17), Leeuwarden (19), Amsterdam (20), Utrecht (21 dec.)
* Het Franse vocaal ensemble Epsilon zingt in 'Kerst in de renaissance' dubbelkorige motetten van Palestrina, Morales, Gallus en Phinot. Amsterdam (17), Utrecht (18), Vries (19), Bloemendaal (20), Rotterdam (21 dec.)
* De Nieuwe Philharmonie Utrecht brengt twee uitvoeringen van Händels Messiah. Leiden (19) en Utrecht (20 dec.)
© Frits van der Waa 2014