Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 7 januari 2015

IJzingwekkende akkoorden van ongerepte schoonheid

Arditti Quartet: Pandora's Box. Col Legno.

Een vlucht zeer supersonische meeuwen of een meute hysterisch keffende keeshondjes - dat zijn een paar van de associaties die het recente strijkkwartet Fletch van Rebecca Saunders aanvankelijk oproept. Echt iets voor het Arditti Quartet om zijn cd met zo'n stekelig stuk te openen. Overigens eindigt het werk, na het verstemmen van een aantal snaren, in duister geweeklaag.

Het String Quartet No.2 van Benedict Mason is daarentegen uitgesproken geestig. Het zit vol halfbekende klanken, mistige welluidendheid en malle spijkers op de kop en is tegelijkertijd uitgesproken violistisch. Die laatste kwalificatie geldt ook voor Wonderful Four-Headed Nightingale, waarin Luke Bedford twee op zichzelf zeer welluidende lagen door middel van een kwarttoon verschil extreem tegen elkaar laat schuren, akkoorden laat klinken als meteorietinslagen en uiteindelijk terugkeert naar de ongerepte schoonheid van het begin.

Het indrukwekkendst is Pandora's Box van John Zorn, de enige niet-Britse componist op deze cd, dat met zijn Duits zingende sopraan hier en daar sterk doet denken aan Schönbergs strijkkwartetten. Sarah Maria Sun geeft Zorns muzikale multiversum een overredingskracht die even ijzingwekkend is als het gestaalde spel van de vier strijkers. Het is allemaal ook nog eens live opgenomen.

Ton sur Ton: nieuwe muziek voor saxofoons en orgel. Amstel Quartet, Arno Bornkamp, Leo van Doeselaar, Pieter vam Dijk. Orgelpark.

Vanzelfsprekend is de combinatie van saxofoon en orgel niet, maar het blijkt toch een gelukkig huwelijk, vooral als er vier saxofoons in het spel zijn in plaats van één. Op de jongste release van het Orgelpark, het onbekendste prachtpodium van Nederland, zijn beide combinaties te horen. De vier componisten spreken heldere taal.

Naast een vrijmoedig kwispelend werk van Piet Kee staan twee stukken van Andries van Rossem, het wel heel bespiegelende Rothko en het veel tieriger Ton sur Ton. Pulsar van Ian Wilson dooft net als de ster uit de titel langzaam uit, en de Est Tônu Kôrvits biedt met Sketches of Thule naar volksmuziek verwijzende wemelingen en uitbarstingen met veel oerkracht.

Nico Muhly: Two Boys. Metropolitan Opera Orchestra & Chorus olv David Robertson. Nonesuch (2 cd's).

De nog maar 33-jarige Amerikaan Nico Muhly trad in 2011 met zijn eerste opera Two Boys in de welluidende voetsporen van John Adams en Philip Glass. Het libretto is gebaseerd op een intrigerende, waargebeurde moordaanslag uit 2001, die voortkwam uit contacten in een chatbox. De opzet van de whodunnit-opera is filmisch, met vrij korte scènes en veel flashbacks. Muhly's muziek is allereerst subtiel en verleidelijk, soms ook gedurfd. De solisten kunnen er prima mee door, maar het koor, dat de veelheid van stemmen op internet moet verbeelden – op zichzelf knap gecomponeerde passages – zingt werkelijk zeldzaam lelijk.


© Frits van der Waa 2015