de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 11 maart 2015
Virtuoze rimpelingen
Visions fugitives: Prokofjev, Medtner en Chopin. Anna Gourari. ECM.
Van Prokofjev hoor je vooral de wat hoekige muziek die hij later in zijn leven schreef, onder invloed van de restricties die hem werden opgelegd door het Sovjet-cultuurbeleid. Maar in zijn jonge jaren schreef hij ook muziek met ronde, zelfs wazige contouren. Zijn Visions fugitives is een fantastische verzameling pianominiatuurtjes, waarin Prokofjev de pianovirtuoos hand in hand gaat met de constructivist die hij ook was.
De Russische pianiste Anna Gourari brengt de virtuoze rimpelingen van de Visions schitterend tot klinken. De muziek zweemt naar Debussy, maar heeft ook bitse momenten.
Met een intens legato en een superbe techniek maakt Gourari de pianoklank plooibaar en soepel als fluweel. In de derde sonate van Chopin krijgt ze de kans zich van haar stoere kant te laten zien, maar ook hier lijken de noten onder haar handen vandaan te vloeien, als waterdruppeltjes van een blad.
Keys to Mozart. Daria van den Bercken. Sony.
Pianiste Daria van den Bercken maakt de titel van haar nieuwe cd helemaal waar: ze heeft de sleutels van Mozarts werk hoorbaar in handen en daarbij een bovengemiddelde vingervlugheid en muzikale intelligentie. De klank van de opname is een beetje sec, maar daardoor hoor je de vele details in Van den Berckens fijnzinnige, maar aangenaam on-poezelige spel des te beter. Ze heeft een scherp inzicht in de ritmische grapjes en de subtiele (of soms juist hardhandige) stemmingswisselingen die Mozart in zijn muziek stopt. De dynamische reikwijdte van haar vertolking van de Fantasie in c, KV396, rechtvaardigt inderdaad het gebruik van een moderne vleugel.
Van de drie hier verzamelde sonates is KV331, die met het rondo Alla turca, het bekendst. Van den Bercken schudt er een handvol omspelingen van het thema bij uit haar mouw, die klinken of Mozart haar die ter plaatse influistert.
Werken van Joseph Jongen. Orchestre Philharmonique Royal de Liège olv Jean-Pierre Haeck. MEW.
De muziek van de Belgische componist Joseph Jongen (1873-1953) kennen we al net zo slecht als die van praktisch al zijn landgenoten. In het kader van de herdenking van de Grote Oorlog van 1914-1918, heeft het orkest van Luik een aantal werken die Jongen in die jaren schreef op cd gezet.
Het zijn boeiende stukken met fraaie orkestraties; helemaal in de geest van die tijd. Het meest persoonlijke werk is de Suite voor altviool en orkest, voornaam gestreken door Nathan Braude. In de overige drie werken klinkt Joseph Jongen toch vooral als een navolger van Claude Debussy en Maurice Ravel tot en met het sluitstuk Pages intimes, dat in alles de sfeer ademt van Ravels Ma mère l'Oye.
© Frits van der Waa 2015