de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 7 april 2015
Fantasieloze Macbeth geestdriftig uitgejouwd
Macbeth, van Verdi, door de Nationale Opera o.l.v. Andrea Breth en Marc Albrecht. 3 april, Nationale Opera & Ballet, Amsterdam. Herh.: 9, 12, 15, 18, 22, 25, 28/4.
Het zou nu maar eens verboden moeten worden koorzangers in een opera uit te dossen als partizanen, hezbollahstrijders of separatisten. De fantasieloze inkleuring is nu weer toegepast door de Duitse regisseuse Andrea Breth, op Verdi's Macbeth. En bleef het daar maar bij. Het Bos van Birnam is een onbeweeglijk groen, groen, knollenknollenland, de burcht Dunsinane een steriel conferentieoord van glas en staal en de grote heksenscène halverwege een stukje Harry Potter in repeat-stand.
Breth, kortgeleden verantwoordelijk voor een onheldere Jakob Lenz in Brussel en wat langer terug voor een te afstandelijke De speler in Amsterdam, werd na afloop van de voorstelling geestdriftig uitgejouwd. Dat was verdiend. Niet alleen bestaat ze het verschillende keren een vocalist een hele aria lang stokstijf en moederziel alleen op het toneel te laten staan, ook zet ze tijdens de vaak lange decorwisselingen de muziek stil, wat echt dodelijk is voor de continuïteit van het drama.
Bariton Scott Hendricks laat goed zien dat Macbeth in feite een gewoon mens is, maar is als zanger ook nogal doorsnee. Amarilli Nizza wappert als Lady Macbeth onvast alle kanten op. Vitalij Kowaljow is als Banco een rots in de branding (jammer dat hij al snel het leven moet laten), en de bijdrage van tenor Wookyung Kim als de wreker Macduff is een verademing, net als die van het koor zolang je je ogen maar dichthoudt.
Het Nederlands Philharmonisch Orkest en dirigent Marc Albrecht bestrijden de telkens weer toeslaande saaiheid met een Verdi-lezing die, op een paar brakke momenten na, uitmunt in lenige melodieën, onheilszwangere ouvertures, kekke fanfares en prachtig ingehouden tussentinten.
© Frits van der Waa 2015