Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 7 april 2015

Oerverhaal met primitieve passies

Penthesilea, van Pascal Dusapin, door De Munt o.l.v. Pierre Audi en Franck Ollu. 31 maart, Muntschouwburg, Brussel. Herh.: 7, 9, 12, 14, 16 en 18/4.

Zwart is de dominerende tint in Penthesilea, de nieuwe opera van Pascal Dusapin, die vorige week in de Brusselse Muntschouwburg zijn wereldpremière beleefde. Rauw en ruig zijn de klanken die de zangers elkaar toeslingeren, en zinderend en snerpend de timbres die opstijgen uit de orkestbak. Penthesilea is een oerverhaal met veel primitieve passies, en dat zullen we weten ook. Mede door de kostuums wekt de voorstelling associaties met de fantasyserie Game of Thrones. Maar tegelijkertijd is er, als tegenwicht, abstractie en stilering - niet alleen in de muziek, maar vooral ook in de enscenering.

Penthesilea is de zevende opera van de 59-jarige Fransman Dusapin. Basis is het gelijknamige toneelstuk van Heinrich von Kleist, dat hij aanmerkelijk heeft uitgedund. De Duitse taal is gehandhaafd. Er zijn nog maar vijf belangrijke personages. Penthesilea en Achilles, formidabel vertolkt door Natascha Petrinsky en Georg Nigl, hebben allebei een sidekick, Odysseus en Prothoe, van wie de laatste, gezongen door Marisol Montalvo, een bevallige tegenpool is van de woeste vorstin. Natuurlijk is er een koor, dat vocaal evenwel overtuigt.

Het vertrekpunt van Dusapins muziek, een simpele harpmelodie, is nogal archaïsch en ook de grondtonige opbouw, met steeds dezelfde melodische lijnen in de bas is betrekkelijk eenvoudig. Maar wat hij daaroverheen legt, schrapende en explosieve percussieklanken, orkestrale clusters, glissandi en al dan niet elektronisch opgewekte wind- en onweergeluiden, is dat allerminst. Soms heeft de klank een Wagneriaanse gloed, dan weer gaat er een bijna new-age-achtige verleiding van uit. De metalige percussiegeluiden van een cymbalomachtig instrument verlenen de partituur een specifieke kleur.

Dusapin mag zijn personages dan hun emoties laten uitschreeuwen, wat hij vrij nadrukkelijk niet doet, is illustreren. De eerste vechtpartij tussen Achilles en Penthesilea wordt niet alleen slechts vanuit de zijlijn beschreven, er valt van het geweld eigenlijk ook niets te horen.

Ook de regie van Pierre Audi (bij ons bekend als baas van de Nationale Opera) vermijdt naturalisme: de spelers liggen, kruipen en kronkelen, als zinnebeeld van hun gekwelde bestaan, zoals de onwrikbare Hogepriesteres (Eve-Maud Hubeaux) nauwelijks van haar rotsblok afkomt. De decors van beeldend kunstenares Berlinde De Bruyckere – ruwe plankieren, stapels huiden, en projecties van in close-up gefilmde planten en rotsen – doen ook vooral een symbolische betekenis vermoeden. Memorabel zijn de meer dan manshoge, gekromde wapenschilden die op zeker moment het podium vullen, en veelzeggend omvallen.

De liefde waarom het in dit verhaal heet te gaan, is verzengend, maar tegelijk egoïstisch en bezitterig. Achilles spot met Penthesilea, en lichamelijk contact tussen de twee is er nauwelijks. Het beslissende moment, het pijlschot dat Achilles velt, schijnbaar vanuit het niets, is volledig gestileerd vormgegeven, terwijl ook de muziek, los van een duidelijk waarneembaar tsjak-geluid, het drama niet echt onderstreept. Dat doet de toeschouwer in het duister tasten, maar de raadsels en de verwarring zijn uiteindelijk dezelfde waarvoor de gekwelde vorstin komt te staan. Zo bieden Dusapin en Audi een blik in Penthesilea's donkere, verduisterde ziel.


De oorsprong van Penthesilea

Mede vanweg de (te) brisante seksuele lading werd Von Kleists werk pas ruim 65 jaar na zijn dood opgevoerd. Het mythische verhaal van de confrontatie tussen de mythische Amazonenkoningin Penthesilea en de held Achilles komt niet voor in Homerus' Ilias, maar wel in latere bronnen. In de oorspronkelijke versie is ze erop uit Achilles te doden, maar sneuvelt zelf door zijn hand. Als haar helm afvalt en Achilles ziet dat ze een vrouw is, wordt hij overvallen door berouw. In het toneelstuk van Heinrich von Kleist uit 1808, waarop Dusapins opera is gebaseerd, ligt de zaak gecompliceerder: hier vatten Achilles en Penthesilea liefde voor elkaar op, maar de Amazonen mogen een man alleen liefhebben als ze hem eerst hebben verslagen. Achilles wendt dus voor dat Penthesilea hem verslaat, maar als ze daar achter komt, wordt ze bevangen door razernij en doodt ze hem. Vervolgens sterft ze van wroeging. Mede vanwege de (te) brisante seksuele lading werd Von Kleists werk pas ruim 65 jaar na zijn dood opgevoerd.


© Frits van der Waa 2015