Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 2 september 2015

Meer variëteit op Festival Oude Muziek kon geen kwaad

Festival Oude Muziek. Klassiek. Op diverse locaties in Utrecht, nog t/m 6/9.

Wanneer je in een festival met Engelse oude muziek binnen iets meer dan een etmaal drie keer de Pavane lachrimae van John Dowland en de Frog Galliard van Thomas Morley hoort langskomen (plus nog wat doublures), krab je je toch even achter de oren. Was er vierhonderd jaar geleden op muzikaal gebied nou echt zo weinig te beleven in Engeland of schiet de fantasie van de samenstellers van het Festival Oude Muziek tekort?

Tijdens de eerste twee festivaldagen is de portie dansjes en deuntjes wel erg groot. Dat begint al meteen bij het openingsconcert door Hespèrion XXI, het viola da gambagezelschap van Jordi Savall. Het bestaat voornamelijk uit lichtgewichtmuziekjes, en in de grote zaal van TivoliVredenburg maakt de opstapeling van dunne gambatonen op den duur toch een wat neuzelige indruk, hoe fraai er ook wordt gespeeld. Vooral Savall zelf, op het kleinste gambaatje, buigt en versiert de melodieën allerbekoorlijkst.

Het Festival Oude Muziek zit in de lift. Niet alleen nemen de bezoekersaantallen nog steeds elk jaar toe, maar bovendien is de kans groot dat het festival weer wordt opgenomen in de zogeheten basisinfrastructuur, waar het drie jaar geleden uit werd gezet. Dat zou betekenen dat het festival weer meer subsidie krijgt van het Rijk (een half in plaats van een kwart miljoen). Een 'mirakel', noemt directeur Xavier Vandamme dat in zijn openingsspeech, maar hij wijst er meteen op dat het festival op de rand van de financiële afgrond heeft gestaan en alle steun broodnodig heeft.

Wat natuurlijk ook helpt, is dat Utrecht sinds vorig jaar weer een echt muziekcentrum heeft. Naast de concerten zijn er allerlei activiteiten. zoals de 'pub sessions' in het festivalcafé, waar de in kuitbroeken gestoken Newcastle Kingsmen met spel en dans voor jool en vertier zorgen.

Maar het festival heeft de vele kerken in Utrecht niet verlaten. De Lutherse Kerk bijvoorbeeld is met zijn bescheiden omvang geknipt voor het optreden van de Franse klavecinist Laurent Stewart. Ook zijn programma bevat veel pavanes en gaillardes, maar in deze ambiance komen de verfijnde versieringen en zijn bezielde spel voortreffelijk tot hun recht. En componist Orlando Gibbons, de centrale persoon in zijn programma, biedt in zijn fantasia's een intrigerend contrapunt, zoals wanneer in elkaar hakende stijgende lijnen oneindig hemelwaarts lijken te stijgen.

Het Italiaanse Ensemble Cordia biedt substantiële kost met werk van William Boyce en Francesco Veracini. Hun programma maakt deel uit van de subserie Out of Handel's Shadow. Leuk is dat je in hun werk de kiemen van de latere klassieke symfonie hoort, al zijn het nog bescheiden zaailingen. De muziek van Boyce gaat even makkelijk het oor in als er weer uit, maar de 'ouvertures' van Veracini zijn geraffineerd en kleurrijk en krijgen dankzij het bevlogen spel van de jonge musici nog extra glans.

Indrukwekkend is het optreden van Vox Luminis, het twaalfkoppig vocaal ensemble in residence, aangevoerd door de boomlange baszanger Lionel Meunier, die voor Purcells feest- en rouwmuziek een heel contingent instrumentalisten heeft meegenomen. Purcell was een expert op het gebied van schrijnende harmonieën, maar liet die in zijn muziek voor de 31ste verjaardag van koningin Mary II uit 1693 plaatsmaken voor onbekommerde majeurklanken. Twee jaar later kon hij muziek voor haar begrafenis componeren. Vox Luminis maakte er een echt ritueel van, met tromslagen en trombonekoren vanaf de balkons. Maar hoe fraai Purcells muziek ook is, de keus voor dit overbekende werk is niet wat je noemt origineel.

Veel verrassender is het 'consort' van drie klavecimbels, bespeeld door Skip Sempé, Pierre Hantaï en Olivier Fortin in zaal Hertz. Opnieuw veel bekende wijsjes, maar de wolkende, harpachtige klanken die de toetsenisten uit hun instrumenten halen, vol versieringen en echo-effecten, zijn fabelachtig. Op zulke unieke ervaringen heeft het festival Oude Muziek gelukkig nog altijd het patent.


De rode draden van het festival

Binnen het thema England, my England heeft het Festival Oude Muziek een aantal rode draden aangebracht. De muziek van Henry Purcell en zijn tijdgenoten krijgt veel aandacht. De renaissanceperiode komt aan bod in subseries die zijn gewijd aan vocale polyfonie, consortmuziek en de Engelse virginalisten (ofwel klavecimbelcomponisten). Ook de Middeleeuwen worden niet vergeten. In Out of Handel's Shadow worden componisten in het zonnetje gezet die door de import-Engelsman zijn weggeconcurreerd. En in concerten met het motto 'From the Duke's Library' wordt geput uit de onlangs ontsloten partiturencollectie van het Britse slot Boughton House.


© Frits van der Waa 2015