de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 7 september 2015
Strauss' Rosenkavalier is revanche op vier jaar geleden
Der Rosenkavalier van Richard Strauss. Door De Nationale Opera o.l.v. Jan Philipp Gloger en Marc Albrecht, 5/9, Nationale Opera & Ballet, Amsterdam. Herh: 9, 13, 16, 19, 24, 27 en 30/9.
Niet voor niets heeft De Nationale Opera ervoor gekozen haar 50ste seizoen te openen met Strauss' Der Rosenkavalier. Dat was namelijk in 1965 de allereerste voorstelling van de toenmalige Nederlandse Opera Stichting. Het is tevens een sublieme revanche voor de wat minder geslaagde productie die vier jaar geleden nog te zien was.
Het is heel makkelijk van dit listige verhaal over een jong stel dat een oude snoeper zijn trekken thuis laat krijgen een boertige vertoning te maken, maar de jonge Duitse regisseur Jan Philipp Gloger heeft oog en oor voor de talloze fijnzinnigheden in Strauss' opera. De klankschoonheid van het werk, op het eerste gezicht een komedie en een spektakelstuk, werd een eeuw terug uitgemaakt voor 'verraad aan de moderne muziek', maar is in feite een dekmantel voor een gelaagd discours vol ondertonen en psychologische subteksten.
De schoonheid vindt in eerste instantie zijn evenknie in schitterende decors en een fabelachtig lichtontwerp. Maar doordat Gloger de handeling naar deze tijd heeft verplaatst, biedt dat hem de mogelijkheid om krasse visuele dissonanten te plaatsen. Bij de receptie in het tweede bedrijf, in een beeldschone balzaal, is het bedienend personeel gestoken in 18de-eeuwse pruiken en kostuums: zowel een knipoog naar de traditionele uitdossing van deze opera als een verwijzing naar de excessen van de nouveaux riches van deze tijd. Maar als het ambulancepersoneel verschijnt, is dat gestoken in fluorescerende jakken. Ook is er een sjofele rozenverkoper, die ferm de deur wordt gewezen. Dat de ontknoping zich vervolgens afspeelt in de troosteloze gang van een shabby hotel is ook weer zo'n contrast dat volledig klopt met de miese kanten van het verhaal.
De omvangrijke solistencast is even verrassend. Voorop de Ierse sopraan Paula Murrihy, die de Hosenrolle van Octavian krachtig en naturel gestalte geeft, en de waardige, rijkgeschakeerde Marschallin, gezongen door de Finse Camilla Nylund. Sophie, Octavians geliefde, krijgt een sprankelende, en ook felle vertolking van Hanna-Elisabeth Müller. Er zijn misschien krachtdadiger bassen denkbaar dan Peter Rose, maar de manier waarop hij Baron Ochs neerzet, niet als een karikatuur, maar als een geloofwaardige vrouwonvriendelijk hufter, is meer dan respectabel.
Dat alles had nooit zo overrompelend kunnen zijn als het niet continu werd geschraagd door het Nederlands Philharmonisch Orkest en dirigent Marc Albrecht, een koningskoppel dat de onlangs opgestelde toptien van 's werelds beste orkesten niet heeft gehaald, maar in de ranglijst niettemin een hoge plaats verdient.
© Frits van der Waa 2015