Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 28 september 2015

Orkest als steeldrum met surrealistische glans

Werk van Ligeti, Benjamin, Anderson en Janácek. Door: Koninklijk Concertgebouworkest en Nederlands Kamerkoor o.l.v. George Benjamin. Gezien: 25/9 Concertgebouw, Amsterdam.

Twee levende componisten samen op het podium, en dan ook nog een volle zaal, dat zie je niet vaak in Nederland, behalve bij het Koninklijk Concertgebouworkest. Daar dirigeerde de Britse componist George Benjamin afgelopen week een nieuw stuk van eigen hand, plus ouder werk van Julian Anderson, ook aanwezig.

Eigenlijk was diens Eden (2005), hoewel betrekkelijk kort, een stuk interessanter dan Benjamins wereldpremière. Alleen al het begin, een wonderlijk middeleeuwse vedelmelodie, gespeeld op de cello, zet de oren op scherp. Daarna bouwt Anderson een prikkelend klankschap op uit micro-tonen en zilverige mixturen, waardoor het orkest bij wijlen als een steeldrum gaat klinken. Door de verkleuringen krijgen de in wezen simpele intervallen een surrealistische glans, en Anderson verweeft ze listig tot groots gebeier.

In zijn nieuwe liedcyclus Dream of the Song legt Benjamin poëzie van twee Hebreeuwse dichters in de mond van countertenor Bejun Mehta. Ook is er een vrouwenkoor, dat teksten van Lorca zingt. De muziek is vloeiend en gelaagd en glijdt behaaglijk het oor in #&150; en weer uit, ondanks het even klievende als welsprekende stemgeluid van Mehta. Het krachtigst is het vierde van de zes delen, waarin de koorstemmen snijdend in lange tonen declameren boven opgestapelde dissonanten.

Twee 20ste-eeuwse klassiekers, Ligeti's Clocks and Clouds en Janáceks Sinfonietta, maakten dit concert tot een pakkende moderne variant van de beproefde sandwichformule. De vrouwenstemmen en microtonen van Ligeti's klankwemelingen sloten perfect aan bij het werk van de beide Britten.


© Frits van der Waa 2015