Let op: de website is verhuisd naar fritsvanderwaa.nl

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 5 oktober 2015

Kaiser von Atlantis blijft indrukwekkend werk

De Kaiser uit het kamp, door Camerata RCO o.l.v. Pedro Halffter en Carel Alphenaar. Gezien: 3/10, Muziekgebouw, Amsterdam.

Als de dood het laat afweten, staan moordenaars en tirannen mooi met hun mond vol tanden. Dat is het even schitterende als wrange uitgangspunt van Der Kaiser von Atlantis uit 1943. Wrang, omdat de makers, componist Viktor Ullmann en librettist Peter Kien, op dat moment gevangen zaten in het concentratiekamp Theresienstadt. Dat was weliswaar een showkamp, waar muziek gemaakt kon worden en de omstandigheden niet al te beroerd waren, maar Ullmann en Kien waren niet blind voor de realiteit. Ze hebben geen van beiden de kampen overleefd.

Hun korte operaatje is bewaard gebleven, werd in 1975 voor het eerst opgevoerd en was zaterdag weer te zien in het Amsterdamse Muziekgebouw.

Dat de ene helft van de boventiteling totaal onleesbaar was, deed helaas nogal afbreuk aan de genietbaarheid van de verder prijzenswaardige voorstelling. Het dertienkoppig orkestje, Camerata RCO en de zes zangers, voorop Huub Claessens als de Dood en Pieter Hendriks als de keizer, deden de veelzijdige en vaak lichtvoetige muziek van Ullmann alle eer aan, terwijl danseres Jenia Kasatkina de entr'actes sierlijk opluisterde. De enscenering was spaarzaam, met één enkel bankje, en de kostuums bestonden, heel listig, uit bedrukte hemden waaraan te zien was wie welk karakter voorstelde.

In al zijn lichtheid blijft het een indrukwekkend werk, met allerlei toespelingen op het kampbestaan (een van de partijen is een luidspreker), maar vooral dankzij de verrassende klanken. De prachtige, maar pijnlijke finale is een koraal in de trant van Bach, op de melodie van Ein feste Burg ist unser Gott, voorzien van een hupse onderlaag.


© Frits van der Waa 2015