de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 28 oktober 2015
Fleming geeft Bergs muziek een heel andere focus
Emerson String Quartet en Renée Fleming: Berg: Lyrische Suite; Wellesz: Sonnets.
Decca
Alban Bergs Lyrische Suite is een stuk met een geheim. De componist had in 1925 een affaire met de getrouwde Hanna Fuchs-Robettin en verwerkte die in dit bijzondere stuk voor strijkkwartet, met behulp van allerlei muzikale citaten, getallen en notennamen die onder meer zijn eigen initialen en die van zijn geliefde bevatten. Pas in de jaren zeventig de betrokkenen waren intussen overleden kwamen een geannoteerde partituur en verschillende brieven boven water die de verborgen bedoeling van de muziek duidelijk maakten. Zo is het laatste deel zo gecomponeerd dat er een gedicht van Baudelaire op kan worden gezongen.
Vandaar dat het Emerson Quartet en sopraan Renée Fleming de handen ineen hebben geslagen. Het deel in kwestie staat zowel zonder als met zang op de cd. De gevoileerde stem van Fleming geeft de muziek een heel andere focus. Het is hoe dan ook een meesterlijke compositie en het kwartet weet de verschillende sferen knap uit te buiten.
De vijf Sonnette der Elisabeth Barrett Browning van Egon Wellesz zijn veel minder bekend, maar mogen er ook zijn. In deze teksten zitten veel verwijzingen naar muziek, waaronder een dialoog tussen een krekel en een mandoline. Soms is de muziek geëxalteerd, maar het slot is ingekeerd. En ondanks de vele verwikkelingen besluit elk deel met een troostrijk majeur-akkoord.
Vassilis Varvaresos en Noé Inui: Schumann en Strauss: vioolsonates. Navis Classics
The First and the Last Romantic heet de debuut-cd van het duo Vassilis Varvaresos en Noé Inui, twee jonge muzikanten met Griekse wortels en een inmiddels internationale carrière. Er valt over te twisten of Schumann nou echt de eerste romanticus was, maar Richard Strauss was echt wel de laatste.
Zijn vioolsonate is een relatief vroeg werk, maar de flamboyante Strauss is er al volledig. Schumanns sonate hoort tot zijn beste stukken doortimmerd en toch sensitief. De uitvoeringen zijn van de bovenste plank. Het samenspel tussen de twee musici is subliem en ze weten de klank zo te kleuren dat piano- en viooltonen soms nauwelijks merkbaar in elkaar overgaan.
La Cicala: Naples 1759. Passacaille
Blokfluitiste Inês d'Avena is zo'n muzikant die veel in bibliotheken te vinden is. De cd Naples 1759 is daar de vrucht van: vijf sonates uit een door d'Avena zelf opgedolven manuscript, aangevuld met nog een paar werken uit dezelfde tijd.
Drie van de sonates zijn van de hand van Pietro Pullj, een volkomen onbekende, maar bepaald niet onverdienstelijke componist. Interessant is ook een alternatieve versie van een sonate van Francesco Mancini. D'Avena en haar beide continuopartners vertolken deze muziek met sier en zwier.
© Frits van der Waa 2015